P1010892

Dag 0, woensdag 24 februari. Vandaag is de dag van uitchecken en van de laatste boodschappen. Niet alleen voor ons, maar voor alle eilanders is dit een bijzondere dag. Gisteren is namelijk de RMS (royal mailship) St Helena gekomen, de levensader met St Helena en Kaapstad. Die komt maar eens per maand en brengt post, passagiers en vracht, maar vooral verse levensmiddelen mee. Op Ascension zelf groeit namelijk niets. Niet dat het er onvruchtbaar is, maar de landkrabben en konijnen zijn de kwekers altijd te vlug af. De konijnenplaag is op zijn beurt weer het gevolg van het uitroeien van de wilde katten, wat nodig was om de vogels en jonge schildpadden te beschermen.
P1010884Terug naar de winkel, waar voor het eerst sinds een maand verse aanvoer is. Dat betekent dat we om 9.00, samen met vele tientallen eilanders, in de enige plaatselijke winkel staan. Iedereen verdringt zich om de koelvitrine, waarin wat wortelen, tomaten en komkommers liggen. En er zijn kisten met appels, sinaasppels en nectarinen. De versheid van de producten is natuurlijk relatief, de boot is 2 weken geleden uit Kaapstad vertrokken. Maar we kunnen toch wat nuttige zaken scoren, we zullen tenslotte nu zo’n 4 weken op zee zijn. In de lange rij voor de kassa ontmoeten we een van de 2 eilandartsen, een Nederlandse chirurg, en al pratend duurt het wachten minder lang. We checken uit bij de port control en bij de police, die ook als immigration office dienst doet. Van de (Britse) vrouwelijke marechaussee krijgen we alletwee een dikke knuffel na het afstempelen van het paspoort. Nog even een groepsfoto met andere zeilers en dan  gaan we bootwaarts om er voorlopig niet meer vanaf te komen.
We zijn ook wel weer blij om weg te gaan. We hebben fantastische dagen gehad en vooral het nestelen van de reuzeschildpadden was iets wat we nooit zullen vergeten. Maar door de toenemende deining wordt de ankerplaats steeds oncomfortabeler. We rollen enorm en hebben daardoor een laatste slechte nacht gehad. En het wordt door de metershoge deining ook moeilijker en gevaarlijker om aan land te komen. Je moet met de bijboot naar het eind van een betonnen pier, waar je bij een trap aan land moet springen terwijl de bijboot op de deining meters omhoog en omlaag beweegt. Vervolgens moet je de bijboot in die omstandigheden achterlaten, wat bij ons een dag eerder tot afbreken van de chokeknop van de BB-motor heeft geleid. Prima dus om te vertrekken.
Zoals meestal hebben we nog een flink deel van de dag nodig om de boot helemaal vertrekklaar te maken en een paar laatste emails te versturen. Om half 3 lichten we het anker en zetten we koers naar het noordwesten. De Sara 2 vertrekt een uurtje later.
Dag 1, donderdag 25 februari. De nacht was rommelig met wisselende windsterktes, reven en ontreven, maar overdag staat er een heerlijke wind en we maken goede voortgang. We komen in ons ritme, wetend dat we een kleine 4 weken op zee zullen zijn. We maken radiocontact met Sara 2 en ook ZenAgain meldt zich. Zij zijn onderweg vanaf St Helena, ze slaan Ascension over en gaan ook af op de Carieb. Leuk om te weten dat we elkaar de komende weken dagelijks zullen spreken.
Dag 2, vrijdag 26 februari. Ook vandaag staat er meer wind dan verwacht, we maken een dagafstand van boven de 150 mijl. De wind is nog steeds zuidoost, we varen al sinds vertrek over stuurboord met een uitgeboomde genua aan bakboord. Wing on wing zeggen de Britten, dat klinkt beter dan het Nederlandse “melkmeisje”. Afhankelijk van de windsterkte staan er een of 2 riffen in het grootzeil en heel af en toe geen rif.
Dag 3, zaterdag 27 februari. Er is ruimte in de koelkast gekomen en de vislijn mag weer uit. Halverwege de middag is het raak. Een flinke tonijn aan de haak. We verspelen hem (en het aas) als hij op het laatst naar de diepte duikt en de lijn achter het windvaanroer haakt en knapt. Altijd jammer om een vis te P1010916verspelen en zeker dat mooie aas dat ons al zoveel resultaat had gebracht. We bespreken wat we de volgende keer beter moeten doen, maken de hengel weer inP1010922 orde en het nieuwe aas gaat over boord. Een uurtje later weer visalarm. We kennen onze rollen. Pieter rolt de Genua in, draait de boot in de wind en zorgt voor een snelheid van ongeveer 1 knoop. Monique gaat naar de hengel en begint de strijd met de vis. Steeds spanning op de lijn houden, zoveel mogelijk lijn inhalen, even wachten als de vis weer wegzwemt en dan weer inhalen. Pieter legt gaf en knuppel klaar en zorgt voor de handschoenen. Zonnepaneel neer, windvaan uitschakelen, duogen uit het water. We lossen elkaar af aan de hengel. Dit keer gaat alles goed, we schrikken alleen een beetje als we zien dat het een zgn “billfish” is, een white marlin. Zo een hebben we al meermaals verspeeld en van die lessen hebben we geleerd. Monique pakt zonder blikken of blozen de zwaardvormige snuit, ik haak de gaf in zijn lijf en samen hijsen we hem aan boord. 10.5 kg, 190 cm. We glimmen van trots. Een billfish kun je op je zeil/vis curriculum schrijven. Een keer of zes hadden we er een aan de haak en tot nu toe waren ze allemaal ontsnapt, frustrerend na soms een uur strijd. Er volgt natuurlijk een fotosessie, waarna Monique de vis fileert. Prachtig eerste klas vlees, goed voor een week smullen. Een beetje jammer alleen dat we nu voorlopig niet meer mogen vissen.

Dag 4, zondag 28 februari. Nog steeds mooie wind uit dezelfde hoek. ‘s Nachts heeft Monique en klap gehoord, maar niets aan dek kunnen ontdekken. Ik hoorde in mijn slaap ook iets, dacht aan een golf dwars tegen de romp. Later op de dag hoor ik wat eigenaardige geluiden bij de giek. O, de kraanlijn hangt slap, het is dus alleen maar het rammelen van de sluiting. Korte tijd later blijkt dat daar toch een ernstige oorzaak voor is. Het oog bij de mast, waar de lijn van de neerhouder doorheen loopt is gebroken. De giek wordt dus niet meer goed naar beneden gehouden. Onder de huidige omstandigheden geen groot probleem, maar bij meer wind is dat gevaarlijk. De zeilen komen meer tegen de verstaging aan en dat leidt tot schade aan de zeilen. Een ander punt om het blok te bevestigen is snel gevonden, maar dan blijkt dat de koppeling tussen neerhouder en giek bijna helemaal losgegaan is. Het was al een zwak punt, maar we hadden dat in Nieuw Zeeland laten repareren op een manier “dat het nooit meer los zou gaan”. Nou, niet dus. Deze schade is veel serieuzer. We laten het grootzeil zakken en nemen de neerhouder los. De 3 zware (8 mm) popnagels waarmee het beslag aan de giek zat zijn alledrie gebroken, 1 is er al helemaal verdwenen. Gelukkig vind ik 3 passende bouten en lukt het na wat boor-, pruts en sleutelwerk het beslag weer stevig te monteren. Een hele zorg minder. Het is niet duidelijk wanneer deze schade is ontstaan. Was dat vannacht, toen de bevestiging van het blok losbrak, of waren de popnagels al eerder beschadigd? De eerlijkheid gebiedt te bekennen dat ik er bij de laatste controlerondjes over het schip niet goed naar heb gekeken. Het trotse gevoel van de reparatie wordt daardoor dus wel wat getemperd.
Vol goede moed varen we verder naar de Carieb. We hebben bij St Helena weliswaar alle lengtegraden van de wereldbol al gehad, maar we zijn pas echt de wereld rond als we onze eigen afgelegde route kruisen en dat is pas in de Carieb. Maar voor we daar zijn moeten we eerst de doldrums met zijn windstiltes en zware onweersbuien passeren. We praten iedere dag over de strategie. Meer daarover in ons volgende verslag.

P1020063