Alweer bijna twee weken geleden dat we landden op Schiphol… het gewone leven heeft ons alweer aardig in de greep. Maar toch even een terugblik op een heel bijzondere tijd.

Ruim twee weken aan boord van de Vagant geweest samen met Ton en Toos, en het was meer dan fantastisch! De voorpret alleen al was goed, het boeken van ons ticket, heen naar Curaçao en terug vanaf Panama, nou nog maar eens zien of dat allemaal wel goed gaat komen. Het was zo lastig voor te stellen vanuit het koude Nederland hoe het aan boord zou zijn. Hoe warm was 28 graden ook al weer? Welke kleren moeten er mee?

Uiteindelijk was het zover en zaten we in het half lege vliegtuig, onderweg naar Curaçao. Fijn om door T&T te worden afgehaald. Even bijkomen aan het waterfront van Willemstad, alles zo onwerkelijk nog. Lekker warm ieder geval, dat was een feit!

Zo routinematig als T&T in de bijboot stappen om naar de Vagant te varen, zo bijzonder was dat tochtje nog voor ons. Maar ook dat wende heel snel.

Heerlijk om vervolgens een paar dagen bij te komen op het eiland. Leuk om de plekjes met goede herinneringen van tien jaar geleden weer eens te zien; uit eten bij fort Nassau, een rondje langs de westkust, lunch bij Jaanchies, heerlijk snorkelen en ontspannen bij Porto Mari. Daar onze eerste duik gemaakt, geweldig!! 12 meter diep geweest en zo’n wondere wereld ontdekt, WAUW, dat willen we vaker gaan doen.

De lange dagtocht naar Aruba met veel wind van achteren was prachtig. Lekker even invaren, wennen aan de zee en de bewegingen, aan het sturen op de Vagant. Wat een prachtschip, en snel dat ie gaat: gemiddeld zo’n 10 knopen, of overdrijf ik een beetje?

Uitklaren op Curaçao was al een zenuwslopende klus voor een snel en efficiënt mens als ik, maar in- en uitklaren op Aruba was nog erger! Ik moet echt nog leren me niet te ergeren aan inefficiënte bureaucratie voordat wij ooit Carieb-waarts trekken. Aruba hebben we niet echt bezocht, anderhalve dag voor anker gelegen, lunch bij strandtent en verse boodschappen gedaan. En dan op weg richting Kuna Yala…

Vier dagen, drie nachten zijn we onderweg geweest, ieder koppel vier uur op, vier uur af, een prima wachtschema, en gezellig, om het met z’n tweeën te doen. Prima weer gehad, maximaal windkracht 5, misschien kortdurend in 1 nacht wat 6, maar een mooie tocht, niet al te zwaar. En de inspanning werd zo beloond door het aankomen in de archipel van Kuna Yala, de eilanden groep die nooit gekoloniseerd is geweest, waar de mensen nog puur zijn, de indianen zich in uitgeholde boomstammen verplaatsen, de vrouwen prachtig versierd zijn met kralen en fleurige kleding, gewoon, omdat ze er altijd zo bijlopen. Weinig toeristen, vrijwel alleen te bereiken per zeilboot, die dan ook overal bij de eilandjes voor anker liggen. Wat een bijzonder mooie omgeving!

Een week lang genieten we, telkens weer voor anker liggend bij een andere eiland groep. We snorkelen een paar keer per dag, zien een grote schildpad en een pijlstaartrog, die een kwartier om ons heencirkelt. We kijken onze ogen uit bij het wrak wat net onder het wateroppervlak ligt, waar kleurrijke anemonen op groeien en honderden tropische vissen hun speeltuin hebben.

Jammer maar waar, de tijd zit er weer op, en we gaan samen met Ton per bootje naar het vaste land, waar we in een auto over een superspannende stijle weg dwars door het tropische regenwoud naar Panama-city worden vervoerd. De chauffeur zet ons af bij de airport en Ton gaat verder, op jacht naar verse groenten en fruit. Thuiskomen bij Toos bleek later nog een hele klus te zijn geweest.

Wij zijn nu weer thuis en volop aan het werk. Maar de herinneringen zijn fantastisch, en we genieten steeds weer van de mooie foto’s.

Toos ligt inmiddels in het ziekenhuis in Panama, is geopereerd aan haar voet die al maanden lang onrustig was, sinds ze in een roestige spijker was gestapt. We wensen haar heel veel sterkte en beterschap.

Lieve Ton en Toos, dank voor jullie enorme gastvrijheid en voor deze levenservaring om nooit weer te vergeten!!!