We worden wakker aan de steiger van het Portugese dorpje Alcoutim, na een tocht van zeker twintig mijl landinwaarts over de kronkelige grensrivier Guadiana. Vanuit de kuip hebben we een prachtig uitzicht over het Spaanse dorpje aan de andere oever. Na ons standaard ontbijt van cruesli met melk, yoghurt en fruit gaan we wat klusjes aan boord doen. Als we later weer buiten in de kuip zitten met een kop koffie, hoor ik een kerkklok slaan aan de overkant van de rivier. Onbewust tel ik de slagen mee; negen, tien, elf, twaalf? Is het al twaalf uur? 10 seconden later slaat er een andere kerkklok, van de toren die boven ons dorpje uitsteekt; negen, tien, elf…… Hè??? Ineens realiseren we ons, dat het aan de overzijde van de rivier, in Spanje dus, een uur later is dan bij ons! Dit tijdverschil hebben we nog niet eerder van zo dichtbij meegemaakt.
Na ons vis-avontuur hebben we een rustig weekje gehad. Twee dagen lagen we in die bijzondere baai bij Olhao, met uitzicht over de grote stad Faro in de verte. We genoten van de rust, die het eiland en tevens natuurreservaat Culatra uitstraalde, van het prachtige witte strand waarop de blauwe golven uiteenspatten en van een heerlijke lunch in een lokaal restaurantje. We bestelden er arroz mariscos, kregen een grote aardenwerken schaal op tafel met nog heet pruttelende bouillon erin waarin rijst met talloze zeevruchten; garnalen, een halve krab, mosselen, tapijtschelpen, wat een royaal gerecht! En alles zo vers…. We vinden het heerlijk te eten wat de lokale keuken ons voorschotelt.
Vrijdag de dertiende gaan we al vroeg naar het strand, om er een lange wandeling te maken. We zijn er de eersten en zien geen mens gedurende de tocht van ruim drie uur. We lopen helemaal linksom langs de zeezijde en als we bij het puntje van het eiland zijn aangekomen, vervolgen we de tocht aan de baaizijde. Dit laatste duurde wat langer dan gedacht, door de vele diepe inhammen in de kust, en het waden door sommige moerassige stukken. ’s Avonds hebben we spierpijn van het lopen en dat voelt goed. Het is belangrijk dat we goed in beweging blijven, omdat ons huisje zo klein is met meestal alleen maar water om ons heen.
Dan varen we naar Tavira, waar we wonderwel het enige schip zijn dat er voor anker ligt gedurende de drie dagen dat we er blijven. Wat een leuk stadje! Prachtig geplaveide straten met van die glimmende witte keien, waardoorheen met rood en zwarte keien een mooi motief is aangebracht. Dit zagen we overal in Portugal, en het geeft zo’n vriendelijk straatbeeld. Op straat staan vele vrouwen met zoetigheden uitgestald, allerlei soorten patisserie en natuurlijk bezwijken we voor een proeverij. We scoren een Telegraaf, die we op een terrasje helemaal uitpluizen. En dan is er ook nog het incident met de postzegelautomaat…..
Een mooie service in Portugal is het feit dat er op sommige plekken postzegelautomaten hangen. Je kunt een enkele zegel kopen met muntgeld, of meerdere tegelijk, zowel voor nationale als internationale bestemmingen. We hadden nog een zegel nodig, dus drukken we op de juiste knop en gooien vervolgens 1 euro in de automaat. Vervolgens komen er 3 muntstukken van tien cent terug en wordt er een keurig bonnetje geprint van de transactie, die ook in het uitgifteluik valt. Maar geen zegel! Verbouwereerd kijken we naar de automaat, en dan pas ik de Monique-tactiek toe. Een klap tegen de zijkant, dan een klap net onder het middenrif van de automaat, en ja hoor, het werkt. Hij braakt er spontaan zeven zegels uit! Gelukkig, reanimeren kan ik dus nog steeds.
Vis eten verveelt ons nog steeds niet. We hebben uiteindelijk 4 maal gegeten van de marlijn, wat een feest. We kijken nu al uit naar de eerste zelf-gevangen tonijn. Natuurlijk brengen we een bezoek aan het mooiste strand van de regio, gelegen op het Ilha de Tavira, waar we met de bijboot naartoe varen. Na een korte wandeling strijken we neer op een terras van een van de vele restaurantjes. We bestellen een plateau gegrilde vis voor twee personen voor 25 euro en krijgen daarna toch een enorme schotel geserveerd! Er lagen wel vier grote sardienen op, een stuk zalm, een stuk kabeljauw, een grote platvis, een voor ons onbekende soort rondvis en twee octupussen. Alles natuurlijk weer supervers en perfect bereid. Kogelrond voelen we ons als we teruggaan naar de boot voor een welverdiende siësta. Die dagen lezen we veel, Pieter is bezig in de trilogie van 1q84 van Haruki Murakani en ik lees het tweede deel van de Oslo trilogie van Nesbø. Zo fijn daar de tijd voor te hebben! En dankzij de e-readers en stickjes met e-books, bezitten we een onuitputtelijke bibliotheek.
Zondagavond bekijken we de weersverwachtingen goed en gooien ons plan om. Door gebrek aan wind gaan we toch niet naar Cadiz zeilen aan het eind van deze week, zoals we eerder wel van plan waren. We besluiten de boot in de haven van Ayamonte neer te leggen in de week dat we weg zijn naar onze vrienden, en vandaar uit naar hen toe te rijden. Dat geeft ineens ruimte in het plan van deze week, waardoor we nu wel die leuke grensrivier op kunnen varen. Maandag vroeg vertrekken we uit Tavira. We zeilen lekker ontspannen naar Ayamonte, wat Spaans grondgebied is. We leggen even aan in de haven om wat dingen te regelen, zoals het reserveren van een ligplaats en kijken of we een huurauto kunnen regelen. Ligplaats is geen probleem en ik krijg een folder mee van een plaatselijk autoverhuurbedrijf. Even bellen dus. Ola, can you speak English? No. Ehhhhmmmm….. esta alquien que habla Ingles? No. Oeps, slik…..even de knop omzetten, en daar gaan we: bien, quiero probar de hablar Espanol. Twee minuten later heb ik voor komende vrijdag een auto gehuurd en de man komt hem brengen naar de haven als ik die ochtend even bel! Wauw, trots als een pauw ben ik, heb ik maar mooi gedaan, mn eerste proef in het Spaans. Benieuwd of het vrijdag allemaal zo gaat lopen, zoals ik denk het geregeld te hebben.… .
Dan varen we de haven weer uit en gaan de grensrivier op. Er waait een klein windje en lekker lui varen we alleen op de fok. Na een uur begint de ebstroom, maar dat maakt ons niets uit. We hebben tenslotte de tijd. We varen met een snelheid van 2 á 2,5 knoop over de grond en daardoor zien we het landschap rustig aan weerszijden van ons voorbijtrekken. De rivier kronkelt richting noorden. We komen nauwelijks andere mensen tegen op het water. De Spaanse zijde is niet bewoond op een enkel huis na, verder alleen maar bergen met bomen en wuivend bamboe.
De Portugese zijde van de rivier is iets meer gecultiveerd, er staan olijfbomen, fruitbomen en soms aangeplante stukken met pijnbomen. Een paar kleine dorpjes waar we langsvaren met niet meer dan 100 huizen. Het is aan beide zijden een prachtig berglandschap. Omdat we door de wind worden voortgeduwd, is het stil om ons heen op het blaffen van een paar honden na, heerlijk. Maar een uurtje varen met de sfeervolle muziekkeuze van Jaap en Machteld is daarna ook weer zo lekker. Kortom, we genieten van deze ontspannen tocht. Na tien mijl gooien we ons anker uit voor een rustig nachtje bij een dorpje. De dag erna varen we door naar Alcoutim, een iets groter grensplaatsje. Daar kunnen we de boot aan een kleine steiger vastleggen.
Onderweg komen we heel wat boten tegen die voor anker op de rivier liggen. Sommige zijn permanent bewoond, andere zien er aardig verwaarloosd uit, alsof de eigenaar er al een hele tijd niet meer aan boord is geweest. Het wonderlijke is, dat de boten die we zo zien liggen, allerlei verschillende nationaliteiten hebben. Ook liggen er wat Nederlanders tussen. Iemand zei ons later: pas maar op, hier verdwijnen mensen. Ze varen de rivier op, en gaan hier nooit meer weg.
We begrijpen het wel. Meer landinwaarts is het goed beschut tegen de wind. Er is geen liggeld en er heerst een landklimaat. Als bootbewoner zonder geld, kun je hier prima leven.
Maar het grote moment van deze week moest nog komen. En woensdag 18 september was het zover, we zouden bezoek krijgen van Els en Lucien, Pieters oom en tante. Vorige week mailden ze ons, dat ze op vakantie zouden gaan in Olhao en of we in de buurt waren misschien. Na wat over en weer gemail werd afgesproken dat zij met de huurauto naar Alcoutim zouden komen en zo geschiede.
Wat was het een fijn weerzien, zo oud en vertrouwd! We hadden een heerlijke dag, eerst lekker bijpraten met een bakje koffie. In die tijd draaide de stroom om, zodat het enorme eiland van bamboestengels, boomtakken, dode vissen en afval, wat zich in de loop van de voorgaande 6 uren door de ebstroom had verzameld tegen ons achterschip (het nadeel van het liggen op de getijde rivier) zich vanzelf weer van ons verwijderde. Daardoor konden we zonder problemen wegvaren voor een mooie dag op de rivier. Die avond in een lokaal restaurantje met z’n vieren uit eten, op het dakterras wat werd beschenen door de volle maan. Overdag werd Pieter gebeld door een blije zoon Joost, die het goede nieuws had dat hij een baan heeft gevonden!!! Een hele goede reden om daar met elkaar op te proosten. Joost, gefeliciteerd! En Els en Lucien, bedankt voor de heerlijke dag die we samen doorbrachten.
Vandaag zijn de rivier weer afgevaren, nu met de stroom mee. We hebben de zeilen toegedekt met de huiken, de golfspullen tevoorschijn gehaald, de tassen gepakt. Morgenochtend leggen we de boot in de haven van Ayamonte en rijden naar Casa Amarilla, voor een weerzien met onze bridge-golf vrienden in de buurt van Marbella. Hè hè, eindelijk weer eens een weekje vakantie als gewone landrot, we kijken er enorm naar uit. Als we na een week terugkomen, varen we meteen naar Madeira, als de wind ons gunstig gezind is. Dat wordt een tocht van zo’n 520 mijl, dus vijf dagen op zee. Als we daar zijn, zullen we onze belevenissen weer beschrijven.
Wil je de foto’s van deze etappe zien? Klik dan hier.
En de foto’s van de vorige keer, die we nu pas konden publiceren? Klik daarvoor op deze link.