Vrijdag 23 augustus
Enkele uren geleden legden we aan in Figueira da Foz, een badplaats zo’n 100 km ten zuiden van Porto. Waarschijnlijk zullen we hier een paar dagen liggen, want er is veel wind op komst en door de daarbij horende hoge golven zal het onmogelijk zijn de haven te verlaten. De haven ligt (net als de haven van Aveiro, waar we gisteren waren) aan een rivier, een kilometer landinwaarts. Dat staat garant voor spannende aankomsten met veel stroom mee, en op tijd het haventje insturen, anders spoel je er voorbij.
Vanmorgen verlieten we Aveiro met een snelheid van 10 knopen (18 km/uur), meer dan de helft daarvan door de stroming mee op de rivier. In de riviermonding was het spectaculair: grote staande golven doordat de eb van de rivier botst tegen de deining van de zee. Eenmaal buiten op zee hadden we een voordewindse koers naar Figueira waar we 6 uur later binnenvoeren.
Pas afgelopen zondag verlieten we Spanje. De eerstvolgende haven was Viana do Castelo. We vielen daar met onze neus in het grootste festival van het jaar, het duurt een week waarvan zondag de belangrijkste dag is. Het is een feest van muziek en folklore. De sfeer op straat doet denken aan Koninginnedag (hoe het op koningsdag zal zijn moeten we nog beleven), aan de Tilburgse kermis en aan carnaval tegelijk. Hoogtepunt zijn de “bombos”, groepen van trommelaars die als bezetenen op kleine, grote en enorme trommels slaan. Ze lopen zoals een muziekkorps door de straten, ritmisch trommelend, maar elke 50 of 100 meter staan ze stil, worden de slagen krachtiger en het ritme sneller, aangemoedigd door het juichende publiek. ’s Avonds was er een optocht waarin tientallen van dit soort groepen liepen, afgewisseld door folkloristische dans- muziek en showgroepen in klederdracht. En langs de kant tienduizenden mensen die de trommelaars en de andere groepen enthousiast toejuichen. Het is een feest voor jong en oud, zowel deelnemers als toeschouwers. Biertjes langs de kant kosten 1€! Geen wanklank te ontdekken. Een waar volksfeest.
We wisten al dat er om 12 uur ’s nachts een enorm vuurwerk op de rivier zou worden afgestoken. De havenmeester had ons speciaal “ereplaatsen” toegewezen aan de wachtsteiger op de rivier. Eerste rang, zei hij, en het was afgestemd met de politie en het vuurwerkbedrijf. Helaas dacht de avondploeg daar toch anders over en moesten we op het laatste moment de steiger verlaten en konden we het vuurwerk bekijken vanaf een ankerplekje iets verder op. Het maakte niets uit, het was indrukwekkend. Vanaf zo’n 10 pontons op de rivier en vanaf de hele brug die de rivier overspant werd een prachtige vuurwerkshow afgestoken. Op de nieuwe plek konden we de bijbehorende muziek niet goed horen, maar het schouwspel was er niet minder om. Na de oogverblindende apotheose, gevolgd door het applaus van de tienduizenden op de oever voeren we weer terug naar ons steigertje bij de haven ingang.
De volgende dag stonden er weer nieuwe feestelijkheden op het programma (alle straten zouden worden bekleed met schilderijen van gekleurd zout), maar de windverwachting dwong ons om koers te zetten naar Porto.
Porto was tot voor kort voor jachten niet goed te bezoeken, maar sinds een jaar is er een nieuwe marina die fors aan de weg timmert. OK, nog niet alles is klaar, zo waren ze bij het binnenvaren niet op de marifoon bereikbaar, deed het internet in de haven het meestal niet, maar iedere ochtend lagen er wel 4 versgebakken broodjes in de kuip! De sfeer in de haven is prima. Het helpt ook dat veel Portugezen (in tegenstelling tot tot de Spanjaarden) goed Engels spreken.
Dezelfde avond nog hebben we de fietsjes opgegraven en zijn we langs de zuidoever van de Douro en via de brug naar de oude stad gefietst. Daar klommen we tot aan de Sé (kathedraal) en genoten we van een prachtig uitzicht over de stad en de rivier. Tijdens de klim schrokken we van de verpauperde binnenstad, althans dit gedeelte. Later zagen we ook heel mooie stukken. De verschillen zijn erg groot. We hebben daarna nog 2 volle dagen in Porto doorgebracht, de eerste dag grotendeels in het Serralves museum voor moderne kunst en het enorme park er omheen, de tweede dag wandelend door de binnenstad en natuurlijk een rondleiding en een proeverij in een porthuis op de zuidoever, vanwaar wij wat tijdelijke aandenkens meenamen.
Sinds Viana trekken we gelijk op met 2 andere schepen, de Xiu van Igor en Hannelore en de sMiles van Jo en Hanne. De beide koppels waren ook op de eerste vertrekkersdag, waar we toen vooral de bemanning van de Xiu spraken omdat Monique Hannelore al kende, zij is nl ook revalidatie arts. Wij kijken met bewondering hoe deze 2 koppels met ieder 2 kinderen (tussen 5 en 7 jaar oud) de zaak drijvende houden. Zij kijken af en toe jaloers naar ons, als wij bijvoorbeeld meteen na aankomst op onze fiets springen en naar Porto rijden, terwijl zij bezig zijn met school, voorlezen of een kind dat niet kan/wil slapen. Maar wij nemen vooral ons petje af dat zij dit in deze levensfase aandurven.
Na Porto ziet de kustlijn er heel anders uit. Noordelijk was het heuvelachtig met granieten kusten, nu is de kustlijn laag, zijn er lange stranden en landinwaarts moerasgebieden waar ook nog zoutwinning plaatsvindt. 10 kg zeezout kost hier op de markt €2. Mijn moeder vertelde me net aan de telefoon dat mijn vader in zijn Portugese tijd ook in Aveiro heeft gewerkt, nu zo’n 30 jaar geleden. Ik wist dat ik die naam ergens van kende!
Nadat we gisteravond bij hoog water hadden geankerd (het was springtij) in een afgedamd stuk naast de rivier keek ik voor het slapen gaan nog even buiten rond, zoals altijd. 15 meter achter de boot liepen mensen met zaklampen schelpdieren te rapen, het was er volledig drooggevallen! Als we wat meer meters anker hadden uitgelegd hadden we echt een probleem gehad. Het half uur daarna tuurde ik onafgebroken naar de dieptemeter, maar het laagste water bleek net voorbij. Je moet soms ook een beetje geluk hebben. We hebben daarna heerlijk geslapen.
Nog geen week Portugal achter de rug, en al enorm veel beleefd en gezien. Maar een van de mooiste dingen blijft toch het varen, het onderweg zijn. Dat is veel moeilijker te beschrijven dan de belevenissen aan de wal, kijken over het water, bijna alles zeilend kunnen doen, de zon op je lijf, dolfijnen langs de boot, talloze fuiken proberen te ontwijken, een zijn met ons schip, opgaan in de bewegingen, steeds meer totale ontspanning.
We raken heel goed ingespeeld, de boothandelingen doen we helemaal samen. Aanleggen en afvaren zitten er al lang goed in maar ook in reven, voorzeilen uitbomen, gennaker zetten, hebben we echt plezier, zoals we dat doen als team, soms uitmondend in een high five na een geslaagde manoeuvre.
Zaterdag 24 augustus
Vroeg uit de veren (relatief dan) om om 9 uur de trein te halen naar Coimbra, een universiteitsstad met een rijke historie. Het ligt aan dezelfde rivier als de haven, 50 km stroomopwaarts. De stad torent daar hoog bovenuit, met aan de top de gebouwen van de universiteit. In de oudste gebouwen (vroeger deel van een paleis) bevinden zich onder meer de dit jaar 500 jaar bestaande bibliotheek, een kapel en de aula, allemaal rond een groot plein met een adembenemend uitzicht over de stad met een oude en een nieuwe kathedraal en meerdere andere kerken, kloosters en musea. De stad is een bezienswaardigheid op zich met sfeervolle straten waarin groepen musicerende studenten rondtrekken. We zagen twee bruiloften (in de universiteitskapel en in de “nieuwe” kathedraal en we hadden een heerlijke lunch aan de voet van de oude kathedraal (Sé velha). In de stad was het ruim 30 graden. Aan het eind van de dag terug in de haven, met flinke zeewind, was het veel kouder. Nu zitten we binnen, de boot rukt door de wind aan de lijnen en wij hebben weer een trui aan. Het voelt weer even als in Medemblik in het najaar. Maar dat blijft vast niet zo!
Voor de foto’s van deze etappe, klik hier.