Dinsdag 1 december word ik ’s ochtends wakker in Port Elizabeth. Het eerste deel van mijn drie weken rondom Zuid-Afrika met Pieter en Monique en hun schip Déesse zit er al weer op. We liggen vast aan een Nederlandse catamaran van Hanneke en Nils. Ik lees wat informatie over Port Elizabeth (PE) in de aanwezige reisgidsen terwijl Monique het ontbijt klaarmaakt. Er blijkt een wandeling te zijn langs 48 highlights in het oude stuk van PE, Central. We lopen vanuit het streng bewaakte havengebied de stad in. Het oude deel is prachtig, de Engelse invloeden zijn duidelijk zichtbaar. De bibliotheek uit de 18e eeuw is zelfs volledig per boot uit Engeland verscheept. We lunchen aan de voet van de vuurtoren, met een prachtig uitzicht over PE en de zee. Na de lunch beklimmen we de inmiddels buiten gebruik zijnde vuurtoren en lopen daarna de wandeling. Die voert ons verder langs statige oude panden, we zien duidelijk dat dit vroeger een enorm rijk gebied is geweest. ’s Avonds ontdek ik weer een nieuwe kant van het zeilersleven: met andere zeilers aan een grote tafel eten in het havengebouw. Ontzettend leuk om de verhalen en achtergronden van andere zeilers te horen. Het eten is in Zuid-Afrika heerlijk en de vis is super, zó vers.
Woensdag word ik door Hanneke en Nils uitgenodigd mee te gaan op een door hun geboekte tour door de lokale townships, de sloppenwijken. Een hele andere kant van Zuid-Afrika die ik graag wil zien maar op eigen gelegenheid eigenlijk niet te bereiken is. Ik ga dan ook graag mee. We rijden met ongeveer 8 mensen onder leiding van een gids Port Elizabeth uit en richting de sloppenwijken. De gids vertelt dat er ongeveer 500.000 mensen op deze manier in de omgeving rond Port Elizabeth wonen. De bevolking is onderverdeeld in rijke zwarten, de zwarte middelklasse en (zeer) arme zwarten, die allemaal door elkaar leven en elkaar ondersteunen. Een project gestart door Nelson Mandela heeft als doel alle krotten te vervangen door heel eenvoudige betonnen huisjes met stromend water en elektriciteit, maar vanwege corruptie en gebrek aan middelen is er na 25 jaar nog steeds een gigantische wachtlijst. De mensen worden steeds ongeduldiger en dat leidt weer tot nieuwe spanningen. Ik voel me redelijk ongemakkelijk, het zien van de omstandigheden waarin deze mensen leven en het schrille contrast met mijn eigen ‘luxe’ leven is confronterend. Gelukkig vertelt de gids dat het grootste gedeelte van de kosten voor de tour wordt gebruikt om projecten voor de lokale gemeenschap te doen. Hierdoor is de bevolking juist blij als er mensen komen kijken en in gesprek gaan en voelt het voor mij minder als ‘aapjes kijken.’
’s Avonds bespreken we de plannen voor de komende dagen. In eerste instantie leek het window de komende dagen niet geschikt om door te varen en hadden we een plan om een aantal dagen in het binnenland door te brengen. Het weer is echter veranderd en we lijken vrijdag te kunnen vertrekken. We besluiten dan ook om samen met Hanneke en Nils op donderdag een uitstapje te maken naar Graaff-Reinet, een dorpje in het binnenland wat tegen de Desolation Valley aanligt, een berggebied met prachtige kloven. Na lang zoeken lukt het Pieter een huurauto met onbeperkte kilometers te vinden en de volgende ochtend gaan we op pad. De rit naar Graaff-Reinet duurt ongeveer 2 uur en is prachtig. Kaarsrechte wegen door eindeloze landschappen. De diversiteit van natuur in Zuid-Afrika is enorm; waar we in Richards Bay een savanne-achtig landschap zagen, zien we hier een veel wildere natuur. Eindeloze velden met bergtoppen op de achtergrond en hier en daar een boerderij. We stoppen voor een groep struisvogels die vlak langs de kant van de weg staan. Wat een grappige en grote beesten! Aangekomen in Graaff-Reinet rijden we meteen naar het natuurpark. Daar klimmen we met de auto naar de top van de vallei. We maken een korte wandeling naar het hoogste punt. Er is een prachtig uitzicht over de vallei en we maken een leuke groepsfoto. ’s Middags wordt er heerlijk geluncht, we hebben zelf brood en allerlei beleg meegenomen en iedereen maakt zijn eigen kunstwerkje. Bij het natuurpark hoort ook nog een klein wildpark waar we met hetzelfde kaartje ook naar binnen mogen. We verwachten er niet veel van maar zien onverwacht toch nog een aantal dieren die we daarvoor nog niet gezien hadden, waaronder gemsbokken (oryx), hartebeesten en een varaan die volgens Monique een fractuur aan z’n staart heeft.
Terug in Graaff-Reinet splitst de groep zich: Monique en ik drinken een heerlijk glas bier in een prachtig hotel en Pieter, Hanneke en Nils bekijken nog wat van de plaatselijke museumpjes. De autorit terug is wederom prachtig, nu mooi verlicht door de ondergaande zon. Hulde aan Pieter die deze dag ruim 6 uur gereden heeft! We zijn nog net voor het sluiten van de keuken terug in de haven en eten met z’n vijven nog een heerlijke maaltijd. ’s Avonds maken we een sinterklaas gedicht en zetten de schoen op de Pelagie, het is tenslotte bijna sinterklaas.
Vrijdagochtend varen we bij het eerste licht (rond 5 uur) de haven uit. De boot is gitzwart van het koolstof doordat er kolenschepen in Port Elizabeth worden gelost. Vrijwel overal zit 1 of 2 millimeter zwarte roet op. Monique is al vroeg in de weer om het schip schoon te maken zodat er in ieder geval gezeten kan worden zonder vlekken te maken op de kleding. Het weer is matig, weinig wind en veel bewolking. Ik slaap veel en de heerlijke gerechten die Monique uit het kleine keukentje tovert zijn de hoogtepunten van de dag.
Zaterdag is het prachtig zeilweer: er waait een goede wind en de lucht is strakblauw. De boot rolt heerlijk over de golven en uit de wind in de kuip is het zeer aangenaam. Dit is lekker zeilen! We gaan veel sneller dan verwacht: waar we gisteren nog bang waren niet voor het donker aan te komen lijken we nu al in de middag voor anker te kunnen gaan. De Pelagie heeft ons inmiddels ingehaald en ligt al voor anker. Pieter heeft via de marifoon contact en de omstandigheden blijken er prima te zijn. Om 14 uur laten we het anker zakken in Mosselbaai na een heerlijke dag op zee. De rest van de dag brengen we aan boord door, ik lees een boek en Pieter en Monique gaan verder met het schoonmaken van de boot: nog steeds ziet bijna alles zwart en de komende dagen zal er nog flink moeten worden schoongemaakt.
Na een wat meer onrustige nacht dan verwacht (er rollen de hele nacht nog golven de baai binnen) beginnen we zondagochtend na het ontbijt met het schoonmaken van de boot. Pieter en ik blazen de bijboot op en spoelen vervolgens alle lijnen uit, emmers zwart water gaan overboord. Monique poetst ondertussen de romp vanuit de bijboot. We werken flink door en besluiten om voor de lunch aan wal te gaan en een kijkje te nemen in de jachtclub. We wandelen door Mosselbaai en halen wat informatiefolders bij de toeristinformation. Het restaurant van de jachtclub ligt prachtig: een groot balkon op de eerste verdieping met een geweldig uitzicht over de baai.
Maandag gaan we verder met het schoonmaken van de boot, langzaam verdwijnt al het zwarte stof. Hanneke en Nils komen lang voor koffie met hun bijboot. Bij het vastknopen daarvan gaat iets mis, want de koffie is net ingeschonken als Nils ineens ziet dat hun bijboot al een stuk van de Déesse is weggedreven. Ik trek snel m’n kleren uit en spring in het water. Vrij snel bereik ik de bijboot en klim aan boord. Helaas kan ik in alle consternatie maar 1 peddel vinden en daarmee is tegen de stroom in roeien eigenlijk niet te doen. Pieter springt dan ook in het water en zwemt naar de bijboot. Hij heeft het veiligheidskoordje van de motor gelukkig meegenomen en samen varen we terug naar de Déesse. Gelukkig schijnt de zon en zijn we snel weer warm.
In eerste instantie leek er al snel weer een window te zijn om door te varen naar Simons Town, maar dat blijkt uiteindelijk toch niet het geval. Pieter en Monique stellen voor om een aantal dagen het binnenland in te gaan. Ze weten nog een mooie slaapplek waar ze 7 jaar geleden al eens over land geweest zijn en we kunnen ook de bemanning van de Anke-Sophie ontmoeten in Knysna. De dagen erna zijn heerlijk: met een gehuurde auto rijden we het binnenland in. We bezoeken een wijngaard, waar we heerlijk lunchen en prachtige wijnen proeven, rijden door de Zwartbergpas en komen ’s avonds aan bij Die Gat, gelegen in Die Rust. Die Gat wordt gerund door Anton en zijn vrouw Susan en ze hebben een aantal kamers midden in de natuur. We eten ’s avonds met Anton aan het hoofd van de tafel en kunnen in het Afrikaans met hem over de situatie in Zuid-Afrika spreken. Een fantastische avond, mede dankzij het geweldige eten van Susan.
Op woensdag rijden we over een zandpad richting Knysna waar we met de bemanning van de Anke-Sophie een huisje delen pal aan zee. We komen pas laat in de middag aan en hebben een leuke avond met Thomas, Annette en Burghard, net als ik een gast die voor een paar weken meezeilt.
Vrijdag zijn we terug op de boot en gaan verder met de schoonmaak van de boot. Aan het eind van de dag is er een zeilersborrel op de Pelagie, waar we de crew ontmoeten van de andere boten in de baai. Zaterdag maken we de laatste dingen klaar voor vertrek, zoeken vast wat foto’s uit en gaan op tijd naar bed.
Zondagochtend varen we weer bij het eerste licht uit de haven. Althans, Pieter en Monique, want ik lig nog lekker te slapen. De motor gaat vrijwel niet meer uit, er staat nog minder wind dan voorspeld en omdat we vanwege mijn terugvlucht dinsdagavond op tijd in Simons Town moeten zijn maken we wat haast. Overdag slaap ik een flink aantal uren maar leef ’s avonds weer op. Het wolkendek breekt open en er komt een prachtige sterrenhemel tevoorschijn. Heerlijk om ’s nachts buiten te zitten en ook dit gevoel, ’s nachts diensten draaien, mee te krijgen. Om half drie maakt Pieter me wakker, we naderen kaap Agulhas. Om drie uur ’s nachts ronden we het meest zuidelijkste punt van Afrika, wat een mijlpaal!
Maandagochtend doen we nog een aantal uren op de motor. De zon schijnt in ieder geval en het is een prachtige dag. Langzaam staat er steeds meer wind en uiteindelijk kan de motor uit. We zeilen heerlijk, een mooi blauwe lucht, felle zon en ook de boot voelt zich hier duidelijk lekker bij. ’s Middags zien we een gigantische school zeehonden die voor en achter de boot langs zwemmen, heel gaaf om te zien. Tegen 6 uur in de avond naderen we Kaap de Goede Hoop en om half 8 komen we aan in de haven van Simons Town. Een prachtige laatste etappe voor mij als opstapper en voor Pieter en Monique een geweldige afsluiting van de ronding van Afrika. Morgen vlieg ik weer naar Nederland: ik kijk terug op drie fantastische weken aan boord van de Déesse en haar lieve bemanning Pieter en Monique!