Dag 4, zaterdag 31 oktober: Wat zeilde dat heerlijk en wat schoot het lekker op, gisteren, met 2 knopen stroom mee. Maar het plezier blijkt van zeer tijdelijke aard. De stroom staat weer recht op de neus. En daar hadden we niet op gerekend. Op basis van verslagen van eerdere oversteken en met behulp van de meest actuele stroomgegevens hadden we zorgvuldig een route uitgestippeld die ons in de tweede helft van de oversteek vooral stroom mee zou opleveren. Die hadden we maar ten dele ingecalculeerd, maar structureel stroom tegen brengt ons wel wat in de problemen. We moeten namelijk voor a.s. maandagavond (2-11) op een veilige schuilplek zijn vanwege de verwachte zuidwester storm.
Nou is een storm op zee normaal gesproken helemaal geen probleem, boot en bemanning kunnen daar wel tegen, maar dat geldt niet in het Mozambique Channel en straks zeker niet langs de Zuid-Afrikaanse kust. Storm uit het zuidwesten in combinatie met de sterke zuidwestgaande stroming zorgt voor monstergolven die zelfs voor grote schepen gevaarlijk zijn. Dat maakt een strategie van kusthoppen noodzakelijk, vertrekken bij noordoosten wind en zorgen dat je op een veilige schuilplek bent bij zuidwestenwind. De Bazaruto archipel is voor ons de eerste schuil mogelijkheid en daar moeten we dus binnen 3 dagen zijn, met nog ruim 400 mijl voor de boeg. Met ons normale daggemiddelde van 145 mijl geen enkel probleem, met wat stroom mee zelfs riant, maar met stroom tegen is dat niet haalbaar.
Maar waar zit die gunstige stroom dan? We gijpen twee keer, op zoek naar stroom mee, maar tevergeefs. Via de korte golf radio proberen we een recenter stroomkaart binnen te halen. Op zich al heel bijzonder dat zoiets beschikbaar is. (Voor de geinteresseerden, google maar eens op “oscar noaa”, je vindt actuele stroomkaarten over de hele aardbol). Maar die kaarten worden maar eens in de 5 dagen ververst, er is dus geen nieuwe. Gelukkig is er nog een andere bron. Tweemaal per dag luisteren we naar een radionet waarin een groep zeilers, die onderweg zijn naar Zuid-Afrika, contact met elkaar onderhouden. Het is een veiligheidssysteem, waarbij iedereen zijn actuele positie doorgeeft, en ook de weersomstandigheden en of alles aan boord goed is. Ook wij geven tweemaal daags onze positie door. We horen boten klagen over tegenstroom en gebrek aan wind. Wij houden vooral de boten voor ons nauwlettend in de gaten en plotten hun positie steeds in de electronische kaart. En dan zien we dat 2 boten (voor hun lengte) opvallend grote afstanden afleggen. Dat moet wel door gunstige stroom komen. We leggen hun posities naast de stroomkaarten en besluiten de strategie bij te stellen. We gaan pal west varen , tot aan de 1000-meter dieptelijn en dan pas weer zuidwest richting doel. We houden een minimum bootsnelheid aan van 5,5 knopen, bij minder gaat de motor bij.
Dag 5, zondag 1 november: Het is fijn om een plan te hebben dat geeft houvast. Dan is het niet zo erg dat je eerst nog niet zo opschiet richting doel. De koers west is een investering die later moet uitbetalen in stroom mee. Inmiddels maken we ons steeds meer zorgen over onze vrienden op de Anke-Sophie. Zij vertrokken een halve dag later vanaf Madagascar en lagen daardoor 65 mijl op ons achter. Inmiddels zijn we 4 dagen verder en zijn ze nog niet wezenlijk dichterbij gekomen. Via de email houden we elkaar op de hoogte van onze voortgang, maar ook van onze bezorgdheid. Ook zij vragen zich af waarom de stroom zich zo anders gedraagt dan gebruikelijk in deze regio. Hun boot is zeilend in principe duidelijk sneller dan de onze, motorend blijven ze achter. En voor hun is de uitdaging om op tijd binnen te zijn nog een stuk groter. 65 mijl extra is bij de huidige snelheid meer dan 10 uur. Zij vragen advies over hun opties aan de controller van het radionet en hij speelt deze vraag via email door aan Des en Nell, twee in dit gebied zeer ervaren zeilers die momenteel weer in Zuid-Afrika wonen.
Vroeg in de morgen bespeuren we voor het eerst weer stroom mee en al in de loop van de ochtend neemt dit toe tot 2 knopen en kunnen we de koers verleggen naar het zuidwesten. Met een snelheid over de grond van meer dan 8 knopen ziet de dag er ineens heel zonnig uit. We rekenen ons nog niet rijk en zetten af en toe de motor bij als de bootsnelheid onder de 5 knopen komt. Thomas op de Anke-Sophie heeft inmiddels het advies gekregen om naar open zee te varen en daar de storm af te wachten. Maar hij geeft zich nog niet gewonnen. Hij weet inmiddels van ons waar de goede stroom loopt en hij zet de achtervolging in. De Anke-Sophie is een 38 voet Bavaria Match, ontworpen om zeilwedstrijden mee te winnen, niet om comfortabel de wereld mee rond te zeilen. Ze is maar een voet langer dan de Deesse, maar door de lange waterlijn, de lichte bouw en een forse tuigage heeft het een enorm snelheidspotentieel. En dit is het moment om dat te benutten. Vol nieuwe energie door onze gunstige berichten haalt Thomas alles uit de kast en begint hij aan een inhaal race. Wij zijn al blij met voor ons ongekende snelheden (inclusief stroom) van 8,5 knoop, Thomas en Annette halen makkelijk een paar knopen meer.
Voor ons is het inmiddels duidelijk dat we het makkelijk gaan halen. De storm wordt morgenavond tussen 6 en 9 verwacht, wij kunnen waarschijnlijk rond de middag binnen zijn.
We vangen en passent nog een mooie mahimahi, niet heel groot, maar toch goed voor een poisson cru voor 4 personen en nog 3 maaltijden voor ons twee. Bij het avondnet is de achterstand van de Anke-Sophie teruggebracht tot 30 mijl.
Dag 6, maandag 2 november: We hebben de hele nacht lekker kunnen zeilen. We genieten er nu ook echt van, nu we weten dat we Bazaruto op tijd gaan bereiken. We passeren de delta van de Zambezi, al zien we daar natuurlijk niets van. ‘s Nachts is er een enorm schouwspel van weerlicht en bliksem, met iedere seconde wel een flits die de hemel verlicht. Waarschijnlijk toch op grote afstand, want we horen geen donder, maar niet minder indrukwekkend. ‘s Morgens gaat de hengel weer uit en we krijgen een prachtige geelvintonijn aan de haak. Dat is een mooi extraatje, dat wordt sashimi op mijn verjaardag. Maar helaas, bij het aan boord tillen schiet hij los van de haak. We moeten toegeven dat het onze eigen schuld was, we waren iets te gehaast. We balen er enorm van, maar dat valt toch in het niet bij het zien van land en de eilanden waarachter we gaan schuilen. Enorme zandduinen, alsof de woestijn hier tot aan zee reikt.
We hebben beloofd om op de Anke-Sophie te wachten en nauwelijks twee uur later varen we samen de pas tussen de zandbanken door. Op de ankerplaats liggen 6 andere boten, waarvan we de namen via het radionetje kennen, voor anker. We laten om 13 uur ons anker vallen op 8 meter diepte en laten 60 meter ketting uit, meer hebben we niet. De andere boten liggen op 70 tot 85 meter ankerketting, maar die zijn dan ook een stuk groter en zwaarder. We beginnen direct met het stormklaar maken van de boot. Zeilen wegbergen, bimini eraf, alle losse zaken van dek of stevig vastgesjord. Via de marifoon horen we een verontrustend bericht. De storm die naar ons op weg is heeft in Richards Bay (onze eerstvolgende haven en eerste stop in Zuid-Afrika) een enorme ravage aangericht. Een deel van de steigers van de jachthaven is losgeslagen, er zijn boten naar de diepte getrokken en er is veel andere schade. Sommige boten die tot hetzelfde radionet horen zijn daar net aangekomen en er zijn helaas berichten van forse schade aan enkele van die boten, gelukkig is van de opvarenden niemand gewond geraakt. We halen nog maar weer eens de laatste weergegevens binnen en concluderen dat de storm hier niet zo sterk zal zijn.
Annette en Thomas nodigen ons uit voor het avondeten en wij nemen de inmiddels traditionele aankomstbubbels mee. Het is al een tijd donker als de laatste boot van het radionet binnenkomt. Het is de Apogee, de 43-voeter die we op dag 1 ook al twee keer tegenkwamen. Samen met Thomas en Annette proosten we op onszelf en op onze boten. We hebben het lang niet slecht gedaan.
We varen weer terug naar de Déesse, bergen de buitenboordmotor op en laten de dinghy leeglopen. Om 21.00 begint het zoals verwacht flink te waaien.
Dag 7, dinsdag 3 november, rustdag: De nacht is goed verlopen. Het waait 30-35 knopen, uit richtingen tussen zuid en zuidwest. Bij zuidenwind geeft het eiland prima beschutting, bij zuidwest lopen de golven net langs de zuidpunt van het eiland het baaitje in en dansen we er flink op. Dat is waarschijnlijk op de kaart met onze positie goed voor te stellen. Niemand waagt zich in zijn bijboot, dat is nu niet verantwoord. Voor ons is het zo prima bijkomen na een enerverende tocht. Een totaal ander soort oversteek dan we tot nu toe hebben gehad.
We horen via de marifoon dat er berichten zijn over veel schade aan allerlei boten in Richards Bay. Steigers zijn gezonken en het is er een chaos. Het is nog helemaal niet bekend of de haven over ongeveer een week, als wij er naar toe willen varen, toegankelijk zal zijn. Maar zover is het nog niet. Het blijft voorlopig hard waaien uit het zuiden en zolang blijven we hier lekker liggen.
Morgen word ik 60. Dat moet gevierd worden. Ons plan was om de 16 andere zeilers op de koffie te vragen. Kunnen ze allemaal zeggen hoe goed ik er uit zie voor mijn leeftijd! Maar als het zo blijft waaien zal ook morgen niemand in zijn dinghy stappen. Dan wordt het gewoon een heerlijk feestje met z’n tweëen.