We melden ons ‘s morgens om 7.30 op de steiger bij de boot die ons naar de duiklocaties zal brengen. We zijn met 12 klanten, 3 duikinstructeurs en een man of 6 bootcrew. Vandaag staat duiken in het uiterste noordwesten van de archipel op het programma, ten noorden van Komodo eiland. Het zijn de locaties waar we voornamelijk zgn big stuff kunnen verwachten: haaien, reuze trevally’s etcetera. De tocht erheen duurt ruim 2 uur. Deze daytrip-boot is een meter of 18 lang, helemaal van hout gebouwd. Er is een benedendek waar de duikflessen klaarstaan, waar keuken en toilet zijn en ook de stuurhut. Op het bovendek liggen overal matrassen, waar je lekker kunt uitrusten en uitkijken tussen de duiken door. Eenmaal op de eerste duiklocatie volgt een uitgebreide briefing. Voor ons zijn er wat nieuwe elementen omdat we nooit met heel sterke stroom hebben gedoken. Driftduiken (waarbij je je met de stroom laat meevoeren) kennen we wel, maar hier is het de bedoeling dat je jezelf aan de bodem vastzet met een haak die met een lijn aan je duikvest vastzit. Je hangt dan aan die lijn, stil boven de bodem, als een vaantje in de sterke stroming en kunt in alle rust kijken naar het spektakel om je heen. En inderdaad, wat een spektakel. Enorme scholen grote vissen, trevally’s, snappers, batfisch, whitetip en blacktip haaien, een rifhaai. Je ziet de grote vissen op de kleine jagen, terwijl ze zelf door de nog grotere achterna worden gezeten. Ondertussen oefent de sterke stroming een flinke kracht uit op je lichaam en duikuitrusting. Bij een andere duik schieten we (het heet shotgun reef) langs prachtige rotswanden en zien we opnieuw veel groot wild. We zien een paar enorme manta’s, maar ook een pygmee zeepaardje van slechts enkele millimeters. Na 3 prachtige duiken besluiten we op de terugweg dat we de volgende dag ook meewillen, dan staan mooie koraal-locaties op het programma en een bezoek aan manta-alley.
‘s Avonds bekijken we het stadje Labuanbajo. Door het toerisme (nationaal park met varanen op het land en duiken en snorkelen in het water) heeft het een heel ander karakter dan de stadjes en dorpen die we tot nu toe hebben gezien op Flores. Okee, ook hier is het stoffig, rijden er overal scootertjes, ligt het vuil overal op straat en in het water, zijn er de chinese winkeltjes die allemaal ongeveer hetzelfde verkopen en zijn er de warungs, de eettentjes waar je voor 1 a 2 euro een prima maaltijd krijgt. Maar hier zijn er ook hotelletjes, kledingwinkeltjes en vooral veel echte restaurantjes waar met meer variatie en creativiteit wordt gekookt. En dat nog steeds voor zeer aangename prijzen, je moet je best doen om met z’n tweeen meer dan 20 euro uit te geven, inclusief drank. Opvallend veel etablissementen worden gerund door Italianen. Er heerst in het stadje een uiterst gemoedelijke sfeer, passend bij een vakantie-oord.
De volgende dag gaan we weer op pad met vrijwel hetzelfde duikgezelschap. We hebben leuk contact met een Nederlands koppel en hun twee dochters. Zij backpacken door Indonesie en hebben al meer met deze organisatie gedoken. De eerste duik valt wat tegen, maar de tweede en derde duik overtreffen onze verwachtingen. We zien meerdere enorme manta’s, die langzaam tegen de stroom inzwemmen, terwijl wij juist met de stroming meedriften. Bij de laatste duik zien we onvoorstelbare hoeveelheden vissen, soms lijkt het alsof er meer vissen zijn dan water. We zien meerdere schildpadden, morenen en een bonte verzameling aan allerlei soorten tropische vissen in de mooiste kleuren. Vooral de grote scholen zijn indrukwekkend.
We zijn er helemaal stil van. Na afloop komen Mark en Elly en hun dochters nog even bij ons aan boord. Elly is logopedist en kent heel wat mensen in de revalidatie, Mark droomt van een eigen (Zweeds) zeiljacht over enkele jaren, dus ook naast duiken en Indonesie zijn er gespreksonderwerpen genoeg. ‘s Avonds eten we de lekkerste sushi ooit, in een restaurantje met de bijzondere naam Happy Banana, gerund door een jonge Italiaan met zijn Australische echtgenote.
De volgende ochtend bezoeken we de prachtige vismarkt. Er is opvallend veel gedroogde vis te koop, maar ook mooie verse vis. En het stinkt er nauwelijks. We kopen wat verse groenten en fruit op de markt. Voor het eerst zijn er weer mango’s! ‘s Middags verlaten we Labuanbajo, op weg naar Rinca, waar we aan land willen gaan om de varanen te zien.
We ankeren op een idyllisch plekje tussen de mangrovebossen. We genieten van de stilte en van de sterrenpracht, maar helaas ankert er enkele uren later een charterboot vlak bij ons. Zijn generator, met de uitlaat aan onze kant, laat hij tot diep in de nacht draaien. Ja, de gasten hebben tenslotte voor een hut met airco betaald.
De volgende dag is er een om in te lijsten. ‘s Morgens voor 7 uur staan we al in het kantoor van de parkautoriteiten. Zelfs het kopen van een toegangsbewijs is hier een heel bureaucratisch ritueel. Na betaling van een half miljoen Roepies ontvangen we uiteindelijk ieder 5 kaartjes (toegang nationaal park, entree op Rinca, toestemming om daar een wandeling te maken, snorkeltoeslag en de verplichte begeleiding door een gids, en dat alles met zijn eigen prijskaartje).
We zien wel 6 varanen, grote hagedisachtige beesten met een lengte tot 3 meter. Anton, onze gids weet er veel van en spreekt heel behoorlijk Engels. En ook de wandeling is de moeite waard.
Rond 9.30 in de ochtend varen we de baai al weer uit. Na twee uur varen stopten we nog een keer bij Manta Alley, want we willen die manta’s nog wel een keer meemaken, nu vanuit snorkelperspectief. We laten ons anker vallen en gaan het water in, om ons door de stroming mee te laten nemen. De bijboot nemen we aan een lijntje mee. Een half uur en zeker 2 mijl verder stappen we enigszins teleurgesteld in de bijboot. Niet een manta gezien! Maar terug aan boord spelen er ineens meerdere manta’s in het water. We varen met ze mee en gaan alletwee nog een tijdje het water in en kunnen ze tot zeer dichtbij benaderen. Wat een feest.
In de middag ankeren we bij Gili Lawa Darat, net ten noorden van Komodo eiland, vlakbij de plaatsen waar we de eerste duiken maakten. We maken een fantastisch driftsnorkel door de pas en aan het eind van de middag lopen we de heuvel op het eilandje op om de boten in de baai van boven te bekijken en de zon onder te zien gaan. Het was echt een dag om in te lijsten.
Het blijkt een populaire plek, er blijven maar boten het baaitje binnenvaren. Allemaal charterboten (met lawaaierige generatoren op dek). Wij liggen aan de enige mooring maar alle charterboten liggen aan ankers, de ene doet dat duidelijk beter dan de andere. Als we net in bed liggen gaat het mis. Met een (niet al te harde) klap drijft een van de boten tegen ons aan. Ook nu komt onze cursus Indonesisch van pas. We maken deze boot en nog enkele andere, duidelijk dat wij aan een mooring liggen en dat zij er voor moeten zorgen dat ze ons niet raken. We horen de bemanningen ‘s nachts nog meerdere keren bezig met het ankergerei.
De volgende ochtend stroomt de baai snel leeg, tot we de enige zijn. We doen opnieuw een driftsnorkel door de pas, we kunnen er geen genoeg van krijgen. Monique loopt nog een keer de heuvel op voor een foto, dit keer met onze Deesse als enige boot in de baai. En dan varen we de pas door, op weg naar Lombok, een tocht van 2 a 3 dagen.
Zin om meer foto’s van Indonesië te zien? Klik dan hier voor de gallery.