Voordat onze vrienden aankomen liggen we drie dagen aan een mooring bij Neiafu, het hoofdstadje van de eilandengroep Vava’u. In die paar dagen maken we alweer zoveel indrukwekkends mee, dat we zeker weten dat dit een leuke bestemming is om gasten te ontvangen. Er liggen een boel boten in de baai en we ontmoeten allemaal bekenden, hartstikke leuk. Op vrijdag 12 september is de uitvaart van een Tongaanse man, de zwager van een Amsterdammer die hier is neergestreken en aan wiens mooring we liggen. Een begrafenis is hier een hele happening en zal de hele dag duren. Die dag horen we gezang uit allerlei gebouwen en kerken komen, in de ochtend is er een processie te zien. In de middag, als we even in de schaduw zitten van wat bomen naast de katholieke kerk en genieten van het prachtige gezang, stroomt de kerk leeg na de plechtigheid. Honderden Tonganen in rouwkleding komen naar buiten, allen in het zwart gekleed en met ruime rieten matten omgord. Het lichaam van de overledene wordt door wel twintig mensen gedragen, gelegen op een grote rieten mat, de contouren goed zichtbaar onder het laken waarop bloemen liggen. Een beetje beschaamd zitten we op de eerste rang te kijken naar dit culturele spektakel, we worden stil door deze vorm van eerbetoon. ’s Avonds hebben we het er met onze vrienden van de Daemon over, die we uitnodigden voor een Tongaanse barbecue; een varken aan het spit en dansers die een vuurdans laten zien. Natuurlijk hebben we het ook over de cultuur van Nieuw Zeeland en in het kader daarvan nodigen zij ons weer uit om gezamenlijk naar de rugbywedstrijd te kijken de dag erna: Nieuw Zeeland tegen Zuid Afrika. Op het grote tv scherm in Mango-cafe zien we de Maori-dans van de All Blacks, om de tegenstanders te imponeren. Gaaf! Nu we toch zo cultureel bezig zijn, gaan we op zondagochtend naar de katholieke kerk samen met Bruce. De mis duurt meer dan twee uur, de kerk zit afgeladen vol, vele mensen nog steeds in hun zwart-rieten rouwkledij en het gezang is letterlijk oorverdovend mooi. Meerstemmig en dan met zn allen uit volle borst. Zo, dat komt wel even binnen. Als we na de mis aan wat mensen vragen of we een foto van ze mogen maken, blijkt dat geen probleem: alle Tonganen poseren graag in vol ornaat voor de lens, hebben we inmiddels overal gemerkt. Leuk.
En dan is het maandag 15 september. Om negen uur staan wij al op de kade, hetzelfde tijdstip waarop het vliegtuig van Ton en Toos landt. 10 minuten later zijn ze er ineens al, dat ging supersnel. Een fijn weerzien! Deze avonturiers komen aan boord met ieder slechts 5 kilo bagage. Dezelfde dag nog passen we wetsuits voor onze walvistoer, doen we boodschappen op de markt en in de middag varen we weg naar port Maurelle, een mooie ankerbaai. Daar blijven we twee nachtjes. Perfect snorkelen in helder water. Maar veel indrukwekkender nog is de lange dinghytocht naar de Swallow cave, waar we in kunnen varen. Het namiddaglicht schijnt fraai naar binnen en het kristalheldere water licht indigoblauw op. We klauteren in de grot aan land en volgen de tunnel een stukje het duister in. Maar liever keren we naar het licht terug en snorkelen in de grot: duizenden vissen zijn in de diepte te zien.
Op woensdag 17 september varen we naar een andere mooi beschutte ankerplek een paar mijl en wat eilandjes verderop. Onderweg zien we de eerste walvis met jong van dichterbij. Daemon komt ook naar deze ankerplek toe en in de namiddag bouwen we een prachtig vuur op een strandje om vervolgens op de gloeiende kolen de kip te roosteren. Een heerlijke avond midden in de Tongaanse natuur.
Donderdag is het extra fijn als we ontwaken onder stralende hemel, want vandaag gaan we zwemmen met de walvissen. Nog voor negen uur worden we opgepikt door een gele rubberboot. Even moeten we wennen, we hadden een comfortabeler schip verwacht. Maar al snel stuiteren we over het water en binnen het uur zien we de eerste walvissen al. De eersten zijn “niet zwembaar”, ze verplaatsen zich te snel. Dus verder naar buiten toe. Inmiddels hebben we de eilanden allemaal achter ons gelaten en zitten we in feite op het open water van de Pacific. Er staat een flinke deining van zeker anderhalve meter. Dan spotten we weer een walvis. De bestuurder van onze rib stuurt de boot behendig in zn zwemroute en dan ineens roept de gids “go go go”. Het voelt alsof we helemaal van lotje getikt zijn, maar we springen gewoon! Moet je je voorstellen: midden op het open water met flinke golven, er komt een reus van een walvis recht op je afgezwommen en dan spring je als nietig mensje met wetsuit aan en snorkelmasker op zomaar van boord….. Verdwaasd kom je weer boven water en dan roept de gids: look down!! Je steekt je hoofd dus weer in het water en dan zie je het ineens. Onder ons door zwemt een grote humpbackwhale rustig vooruit, het kalf zwemt speels om haar heen en in de diepte zien we de vaderwalvis die de zaak in de gaten houdt, WAUW!!!! Het kalf, wat groter is dan onze hele rib bij elkaar, springt regelmatig uit het water omhoog om met een klap te landen. De gids heeft onze nieuwe onderwatercamera overgenomen (Ton en Toos, bedankt!!) en maakt prachtige plaatjes. Als we wat minuten later weer aan boord klimmen, zijn we enorm opgewonden, dit is gaaf! De boot volgt het drietal wat zich rustig verplaatst en we krijgen nog veel meer kansen om in het water te springen, go go go! Ik denk dat ze op nog geen dertig meter van ons voorbij zwemmen, voor mij is dat vlakbij genoeg. De gids zwemt nog dichterbij en blijft maar enthousiast foto’s schieten voor ons. Tevreden eten we een broodje terwijl de stuurman ons naar een andere plek brengt, waar we een paar keer een volwassen walvis uit het water zien komen. Vandaag heeft iedereen geluk, er zijn genoeg walvissen in de baai te zien. Wat dichter bij het land rusten een moeder en kalf uit, wat betekent dat ze zich nauwelijks verplaatsen. Er zijn nog twee groepen wachtenden voor ons, dus brengt de gids ons naar Mariners cave, een grot die alleen onder water toegankelijk is. Je moet wel naar twee meter diepte kunnen zwemmen en dan vijf meter vooruit, voordat je boven kunt komen. De gids gaat ons voor en ik volg hem even later. Hoe precies, weet ik niet, maar het lukt me om in die grot te komen. Gaaf. Blauw licht kleurt de wanden van een enorme ruimte. Als de waterspiegel door de swell stijgt, vormt zich een mist door compressie van de aanwezige lucht. Even daarna wordt het zicht weer helder. Eruit zwemmen is makkelijker, dan zwem je gewoon naar het licht toe. Trots ben ik wel, zo’n held ben ik niet onderwater. Pieter is het jammer genoeg niet gelukt, die had teveel drijfvermogen met zijn 5mm dikke wetsuit aan. Als wij uiteindelijk aan de beurt zijn om moeder en kind van dichtbij te gaan zien, vinden zij het wel welletjes. En ik kan het me indenken: al die drijvende pottenkijkers boven die beesten. Dus maken ze vaart en zwemmen de baai uit. Onze gids probeert toch nog een keer dichtbij te komen, maar moeder raakt wat geprikkeld en ineens springt deze volwassen walvis met haar massieve lichaam uit het water omhoog, ongelooflijk, en dat op nog geen 50 meter van ons bootje vandaan. Voldaan keren we terug naar onze schepen en ’s avonds genieten we ervan na terwijl we naar een slideshow van wel 100 foto’s kijken. Wat een belevenis.
Terwijl Pieter, Ton en Toos op de koffie bij Daemon gaan, organiseer ik even ons huishouden aan boord. Yoghurt maken, brood bakken enzo. In de middag varen we naar een andere bijzondere plek, de baai van Hunga eiland, alleen toegankelijk via een smalle opening bij hoog water. Een prachtige plek waar we uiteindelijk na wat moeizaam ankeren vlak bij het strand liggen. We zien veel vliegende honden. Bruce en Jill liggen naast ons voor anker en eten mee met een indiaas gerecht. Een buurman kiwi komt ook nog even aan boord meegenieten van de vanillerum. We hebben weer een levendige avond aan boord van de Déesse. ’s Ochtends worden we door vogelgezang gewekt. Weer is het een zonovergoten dag. In het begin van de middag wandelen we naar het dorpje, waar een cricketwedstrijd zou zijn, waarna lokaal eten zou worden geserveerd. Op het dagelijks radionet werd hier veel reclame voor gemaakt. Nou, dat leek ons wel wat. Eenmaal aangekomen, zitten de dorpsoudsten al bijeen op een grote rieten mat met een grote kom cava in het midden, een drankje waar je lekker relaxed van schijnt te worden. De wedstrijd begint pas na het openingsgebed. Er zijn best wat mensen op af gekomen. Voor de gasten staan er kleine schoolbanken opgesteld, de locals zitten op de grond onder de bomen. Veel kinderen lopen rond en Toos trekt ze met gemak naar zich toe. Terwijl de mannen cricket spelen, observeren wij het leven van alledag in dit kleine dorpje. Echt even de sfeer opsnuiven. De varkens scharrelen overal rond, soms steekt er een het cricketveld over. Onder een boom zit een vrouw een mand te vlechten. En de mannen, die gaan lekker door met cava drinken. Blij dat we hier naartoe zijn gegaan.
Omdat het zo’n rustgevend plekje is, blijven we hier een paar dagen liggen. Ton en Toos lenen de kayaks van de Daemon en peddelen heel de baai rond, een prestatie. Het zijn heerlijke gasten, ze vermaken zich prima, gaan er lekker op uit met z’n tweeën, geven ons zo de rustmomenten die we nog steeds nodig hebben en als we met z’n vieren zijn is de sfeer gezellig en ontspannen. Ze genieten van het leven aan boord en volgens mij begint er wel weer iets bij ze te kriebelen; wat zou het weer lekker zijn, hè Ton, om onderweg te zijn op een boot?
Dan wordt het weer tijd voor een nieuwe plek. In de vroege ochtend, net na hoog water, varen we de Hunga lagoon weer uit. Ton ziet binnen een paar minuten alweer de eerste walvis in de buurt van ons schip. Lekker ontspannen varen we richting de oostzijde van deze archipel, netjes alle ondieptes en riffen vermijdend. Omdat we langs een walvisbootje varen wat ergens stilligt, kijken we even extra goed. En dan ineens komt er het enorme lijf van een volwassen walvis boven het water uit, op nog geen 150 meter van ons schip. Hij maakt 4 grote sprongen vlak na elkaar, geweldig! En zowel Pieter als Toos hadden de camera in de aanslag, wat ons weer wat mooie plaatjes opleverde. De pas die we wilden nemen, bleek onbeboeid te zijn en zag er zo ondiep uit, dat we het na twee pogingen niet aandurfden. Wel vonden we een mooie ankerplek voor de lunch met versgebakken brood en zelfgemaakte tomatensoep. En in de namiddag vonden we een plekje aan een mooring ergens, mooi beschut tegen de inmiddels toegenomen zuid westen wind. De weersverwachting houden we al een paar dagen scherp in de gaten, we kijken of we een mogelijkheid vinden om naar Tongatapu te varen, vanwaar Ton en Toos weer terug naar Nieuw Zeeland gaan vliegen. Dat zou een tocht zijn van 175 mijl richting zuidwesten. Maar dat kan alleen maar als er een stabiel weerspatroon gaat ontstaan met bij voorkeur een oostelijke passaatwind. Of het gaat lukken, moeten we nog even afwachten. Die avond geeft Pieter ons de eerste bridgeles voor beginners en we vinden het allemaal leuk. Dat houden we er dus in komende week.
Dan gaan we weer een beetje onderweg richting hoofdstad, vooral voor internet, de was en het vuilnis. Onderweg maken we een snorkel- en lunchstop bij het meest gefotografeerde eiland van Vava’u en inderdaad, het is er prachtig. Wit zandstrand, overhangende palmen, azuurblauw water en in de verte talloze eilandjes. Als we ’s avonds een mooring bij het stadje oppikken geeft dat ook rust. Het ankeren op deze harde koraalgrond is overal in de archipel behoorlijk lastig. Aan zo’n boei slaapt het toch wat rustiger. En het is ook weer leuk om in het stadje te zijn. Als we er de volgende dag rondlopen, zien we vele vrouwen in het wit gekleed, met een rood accent en het onvermijdelijke riet. Het blijkt de week van de vrouwen te zijn, zoals elk jaar in september en we zien weldra een kerk die helemaal is gevuld met vrouwen in deze kleding. Fantastisch, hoe de klederdracht hier een vaste plek heeft en hoe ongedwongen de mensen weer voor ons willen poseren als we het vragen.
Een ander voordeel van de stad is dat we makkelijk uit eten kunnen. Op woensdagavond nemen Ton en Toos ons mee naar het lokale tapasrestaurant, waar we eindelijk de groepsfoto maken, twee spelletjes bridgen en heerlijk te eten krijgen. Zo’n avond om niet meer te vergeten. Inmiddels lijkt het erop dat de zeiltocht naar Tongatapu haalbaar gaat zijn. Een paar dagen samen op zee, dat zou wel een mooie afronding van deze weken zijn. Mogelijk varen we zaterdag hier weg.
Voor de foto’s sinds Ton en Toos er zijn: klik hier!
Voor de foto’s van de dagen ervoor, klik hier.