Dag 10, zaterdag 6 september: Met de dinghy van de Daemon gaan we naar de kant. De kade is zo onstuimig, dat de bijboten er met een grote kraan uitgetild moeten worden. We klaren in bij de beambte die speciaal voor ons naar de kade gereden komt. Hij geeft ons daarna een lift en zet ons af bij de grootste kleine jachtclub van de wereld. De alleraardigste vrouw die het runt, leent ons Nieuw Zeelandse dollars zodat we ons de eerste dagen kunnen redden (er is geen ATM, maar bij de supermarkt kunnen we extra geld pinnen later) en ze regelt een huurauto voor de dag erna. We kopen een paar mooie flessen wijn bij de taxfree winkel, eten een roti bij de Indiër en drinken dan nog een biertje bij de jachtclub. ’s Avonds zijn we uitgenodigd bij de Daemon voor een falafel-diner. Hartstikke gezellig weer en de fles Sauvignon Blanc smaakt voortreffelijk. Vannacht staat er meer deining, waardoor we iets minder goed slapen.
Dag 11, zondag 7 september: Om 9 uur komen we netjes aangelopen bij de autoverhuurder. Hij kijkt wat sip en vertelt dat die nacht de accu uit de bus gestolen is, die we met z’n zessen hadden gereserveerd. De man wil niet meedenken over een andere mogelijkheid, waardoor Jill een pittige woordenwisseling met hem krijgt, wat eindigt in een “fock off, bitch” waarna hij wegscheurt, ons achterlatend in een zondags doodstil dorp, waar alles gesloten is. Het enige wat we kunnen doen, is snorkelen langs de kust, wat fantastisch mooi blijkt te zijn. Het water is kristalhelder, we zien een paar schuwe rifhaaien, zeeslangen en een geweldig koraallandschap vol gekleurde vissen. De rest van de middag heerst er zondagsrust aan boord van de Déesse. De deining neemt in de loop van de avond toe, waardoor ik, Monique, zeeziek word en al om 21 uur mn bed opzoek.
Dag 12, maandag 8 september: Vandaag lukt het huren van een auto wel en samen met Bruce verkennen we dit eiland Niue. Wat zijn we blij dat we besloten hebben een dagje langer te blijven, want het was enorm de moeite waard. We maken een prachtwandeling door een stuk regenwoud wat langzaam overgaat in een koraal landschap. Het koraal is in de loop der tijd tot bovenaan de rand van het eiland opgestuwd, waardoor het het uiterlijk van een maanlandschap krijgt. We klauteren over de scherpe koraalblokken, dalen af langs een steile ladder van 30 sporten tot in een oase van palmen. Daar vinden we de ingang tot de grot, waar het zeewater met veel geweld ingespoeld komt, onder een paar koraalbruggen door. Wauw! Wat kan de natuur toch grillig en tegelijk adembenemend mooi zijn! Daarna gaan we snorkelen bij de Limu-pools aan de andere kant van het eiland. Het water is bar koud door het instromen van zoet water. Door de mix van zout en zoet water is het zicht soms heel slecht, maar soms ook weer ineens kraakhelder en kijk je boven op de scheidingslaag tussen zout en zoet. Mooi, dat zwemmen in die natuurlijke bassins. Als we ons staan om te kleden op de kant, valt er ineens met een grote klap een kokosnoot vanuit een palm precies tussen ons drieën in, jeetje mina, dat had ook anders kunnen aflopen, poeh! Die middag nog varen we na het uitklaren weg van dit bijzondere eiland, het kleinste zelfstandige land ter wereld. Met een lekker windje in de rug zetten we zeil naar Tonga, de laatste 240 mijl te gaan. Vannacht volle maan, die ons heel de nacht bijlicht.
Dag 13, dinsdag 9 september: Overdag neemt de wind wat af. We zeilen ontspannen verder met 1 rif in het grootzeil en de grote boom in de fok, lekker lezen, genietend van het zonnetje en speurend naar walvissen. In de namiddag neemt de wind toe, we steken het tweede rif en gaan met een klein stuk uitgeboomde fok de nacht in. En dan wordt het middernacht. Precies om 0.00 uur springt de datum niet naar 10, maar naar 11 september, we slaan een dag over! Vanaf nu zijn we niet meer elf uur achter qua tijd op Nederland, maar lopen we 13 uur voor! Vanaf nu zijn wij degenen die de nieuwe dag het eerst mogen begroeten.
Dag 14, donderdag 11 september dus! In het vroege ochtendlicht zien we land, Tonga in zicht! We ronden het grootste eiland van de Vava’u groep en leggen rond 11 uur aan de kade aan. Binnen anderhalf uur zijn er 4 officials langsgekomen, die van quarantaine, van immigrations, customs en health. Welcome to Tonga, welcome to Vava’u, zeggen ze allemaal. Om 13 uur liggen we vast aan een mooring in de beschutte kom van het eiland. We douchen uitgebreid, slapen dan even. Daarna wordt de dinghy weer opgeblazen en te water gelaten en verkennen we het stadje Neiafu. Hier is echt niets te beleven. Er is geen centrale supermarkt, maar wel talloze Chinese winkels die allemaal ongeveer hetzelfde verkopen. De Tonganezen zijn niet knap, eerder grof gevormd, zowel de mannen als de vrouwen en velen dragen een schort van stro over de gewone kleding, een bijzonder gezicht. Weer een nieuw land, weer een nieuw avontuur.
Zin om meer foto’s van Niue te zien? Echt de moeite waard, klik hier!!