De tocht naar Tahiti verloopt voorspoedig. We kunnen het hele stuk zeilen, in 2 dagen tijd is geen enkele zeilwissel nodig. We halen een mooi daggemiddelde en komen ’s morgens vroeg al aan bij de pas naar Pape’ete, de hoofdstad van Tahiti. Na het invaren van de pas is de ankerplaats een paar mijl naar het noorden. Je kruist zowel het begin als het eind van de enige landingsbaan van het vliegveld, en je moet daar via de marifoon toestemming voor vragen. De is ankerplaats is groot, meer dan 100 boten liggen hier. We vinden een vrije mooring (ankerboei) aan de rand ervan, vlak achter (of eigenlijk net boven) het rif, in helder azuurblauw water, met vrij uitzicht over de oceaan richting Moorea, het dichtstbijzijnde eiland van de Societies. Het is hier veel mooier dan we verwacht hadden, dicht bij zo’n grote stad.
De Anke-Sophie blijkt een paar boeien verderop te liggen, puur toeval. Annette en Thomas komen ons snel begroeten. Nog dezelfde dag gaan we naar de Carrefour, een megagrote Franse supermarkt. Wat is het lang geleden dat we zoiets hebben gezien, dat bijna alles weer te krijgen is. We kopen wat lekkere dingen en in de dagen erna bezoeken we de Carrefour nog een paar keer, om te foerageren, maar ook omdat het gewoon leuk is er rond te lopen. We kunnen er zelfs ons CO2 patroon voor het bruisapparaat inruilen. Aan de kant doen we de was, we leveren een lege gasfles in bij het tankstation en we ontmoeten vele zeilers die we eerder al zijn tegengekomen. We zijn ook vaak gewoon aan boord, ons eigen energieniveau is nog steeds laag.
We wandelen rond in de stad, bezoeken de overdekte markt, gaan zelfs een keer uit lunchen, waarbij Monique een van de lekkerste caesar salade ooit eet (cijfer 9,5!). De Heiva loopt op zijn eind, maar er is nog wel een traditionele dansvoorstelling op vrijdagavond in het openluchtstadion, waar de nummers 2 en 3 van de eerdere competitie hun voorstelling geven. Dat willen we zien en we trakteren de bemanning van de Anke Sophie en de Daemon op een kaartje, om te vieren dat we ruim een jaar onderweg zijn.
Vóór de voorstelling eten we in het centrum bij een roulotte, een tot keuken omgebouwd busje met een paar tafels erbij. Het is typisch iets van Tahiti en het eten is heerlijk! De dansvoorstellingen zijn prachtig. Het stadion (vergelijk het met een beach-volleybalstadion) heeft achterop een podium waarop steeds het eigen orkest (vooral traditionele slaginstrumenten) en koor van de dansgroep staan. Aan de drie overige zijden van de centrale “dansvloer” zijn de tribunes. Iedere voorstelling duurt ongeveer een uur, ze beelden een sprookje of verhaal uit. De dansers, zo’n 80 in getal, stampen over de dansvloer in het midden, af en toe afgewisseld door een optreden van een mannelijke of vrouwelijke solist. Alles gaat vloeiend in elkaar over. De kostuums zijn prachtig en wisselen meerdere malen tijdens het optreden. Helaas is foto’s maken ten strengste verboden, maar stiekem lukt het toch. Vreemd genoeg rijden er in Pape’ete geen lege taxi’s rond en staan er ook geen bij de uitgang. Als we dus rond 10 uur ’s avonds het stadion verlaten moeten we eerst een half uur lopen naar de taxistandplaats, voor vervoer naar de ankerplaats.
De volgende ochtend missen we een peddel van de bijboot als we na het laatste bezoek aan de Carrefour bij het dinghydock aankomen (de plaats waar je de bijboot aanlegt als je naar de kant gaat). De bijboot heeft een motortje en dat is vanwege de grote afstand naar de kant nu onmisbaar, maar bij uitval heb je de peddels hard nodig. Na uitgebreid snorkelen door mij (Pieter) bij het dinghydock en rondom de boot blijft de peddel spoorloos. Wat vervelend. Dat wordt opnieuw naar de stad en proberen een peddel te scoren. Maar als Monique later ook nog een (wat groter) rondje om de boot snorkelt weet zij hem toch te vinden! Wat een zondagskind. Eigenlijk wil ze er meteen op af, maar het is al bijna donker en hij ligt op meer dan 10 meter diep. Een klusje voor de volgende ochtend met ons noodduiksetje. De bergingsoperatie lukt, hij lag op 15 meter diepte! Wat heerlijk dat het zicht hier zo goed is, anders hadden we (zelfs Monique) hem nooit gevonden. En zo goed dat we dat noodduiksetje bij ons hebben, heel wat zeilers zijn er jaloers op, het blijkt nergens te koop te zijn onderweg.
Bij afhalen van de gasfles blijkt die veel te vol te zijn getankt. Levensgevaarlijk! Na wat telefoontjes ter plaatse nemen ze hem terug en beloven ze met veel excuses dat hij de volgende dag klaar zal staan. Na een week Tahiti houden we het voor gezien. De ankerplaats blijkt bij sommige windrichtingen toch erg onrustig en we verlangen ook weer naar privacy. We varen in een halve dag naar Moorea en ankeren daar in Cook’s Bay.
Met de gezondheid wil het niet vlotten, we hebben alle twee al een paar dagen meer klachten, echt een terugval. Balen! Bij mij gaat het slapen heel slecht en Monique vergaat van de jeuk. We verlangen soms naar een ruimer bed, een douche waar je wat langer onder kunt staan en zoet water om in te zwemmen. Nou, dat kan hier. We fietsen langs de baai en het eerste hotel heeft alles wat we zoeken én uitzicht op onze Déesse. We boeken een nacht en overwegen zelfs om wat langer te blijven als we ons daar beter bij voelen. Per bijboot varen we er later de dag heen en nog diezelfde middag nemen we een duik in het zoete water van het zwembad van Hotel Bali Hai, een typisch geval van vergane glorie. We douchen uitbundig, lopen en zitten ’s avonds in de open lobby en we hebben ieder een groot bed tot onze beschikking. Maar ik slaap niet beter, de jeuk van Monique blijft ondanks totale afwezigheid van zout. Het was een leuke ervaring, maar we zijn toch liever “thuis” en na een ochtendzwemmetje in het zwembad en nog even wat internetten in de lobby zeggen we het hotel weer vaarwel.
We waren al op dieet, maar door de toename van klachten besluiten we dat voortaan nog radicaler te doen. Dus ook geen vlees meer (vis was al geschrapt), voorzichtig met plantaardige eiwitten en zelfs het halve glaasje wijn als er gasten zijn is er niet meer bij. Dat dieet kost ons overigens geen enkele moeite. Monique kookt fantastisch en bier en wijn missen we totaal niet.
We varen een baai verder en gaan nu niet diep de baai in maar ankeren net achter het rif, weer zo’n ongelooflijk mooie plek. We genieten nu al een paar dagen van het uitzicht op rif en oceaan aan de ene kant en Moorea aan de andere kant. Er zijn buien, maar de meeste blijven op afstand en zijn dan ook mooi om te zien. Een paar mijl verderop is “stingray city”, een deel van het rif waar je staand in het water omgeven bent door stekelroggen en haaien. Misschien gaan we daar morgen eens op af.