Vandaag, woensdag 9 juli 2014, is het 3 weken geleden dat we onze vergiftiging opliepen. Toen hoopten we nog dat het met een paar dagen over zou zijn, maar dat is helaas tot op heden niet het geval. We hebben ons erbij neergelegd dat de diagnose toch echt Ciguetera is, de klachten zijn exact zoals overal beschreven staat. We hebben het rustig aan gedaan en ons streng aan ons dieet gehouden (geen vis en alcohol en de eerste 2 weken ook geen vlees en eieren.
Het is ook precies een jaar geleden dat we de haven van Scheveningen uitvoeren, ons grote avontuur tegemoet. Een jaar met vele tientallen hoogtepunten en een jaar waarin we veel grenzen hebben verlegd. We maakten grote oversteken, bezochten 14 verschillende landen. We ontmoetten veel gelijkgestemden, maakten nieuwe vrienden en konden op veel plaatsen in contact komen met de bevolking.
Genieten, ons motto, was de laatste weken wel een stuk lastiger door onze klachten en door gebrek aan energie. Veel rusten was het devies. De eerste dagen na aankomst in Taiohae (de hoofdstad van Nuku Hiva), waar we lagen om dicht bij allerlei voorzieningen te zijn, deden we helemaal niets, dat kwam deels goed uit omdat het regende. Op een dag, een week na het begin van de ellende, wandelen we naar een plaatselijke archeologische site. Voordat de Markiezen te maken kregen met Europese ontdekkingsreizigers en walvisvaarders woonden er op sommige eilanden vele tienduizenden mensen. Door importziekten als pokken en syfilis is de bevolking gedecimeerd. Op veel plaatsen zijn nog resten van de oude dorpen te zien, zo ook hier. Het was een hele wandeling, deels omdat we verkeerd liepen, en na afloop merkten we dat onze conditie nog naadje is. Dan maar met een huurauto op pad. We maakten de volgende dag een prachtige tour rond het eiland met fantastische vergezichten en indrukwekkende natuur. We stopten bij een enorme archeologische site vlakbij Hatiheu, waar we eerder de dokterspost bezochten. Nou blijkt dat rijden met een 4-wheel drive over bergachtig terrein, over zandpaden, soms door rivieren, ook best inspannend is. We onderbraken de tocht tweemaal voor een tukje langs de kant, maar ook na deze onderneming waren we helemaal moe. Het moest dus toch nog een tandje lager. De dagen daarop blijven we “thuis”, varen alleen met de dinghy naar de kant voor stokbrood en internet, en we kijken ‘s avonds afleveringen van Game of Thrones seizoen 4. Dat gaat beter. Overdag hebben we wat minder last. De nachten zijn nog erg slecht en vooral Monique slaapt nauwelijks. We zouden op de kant naar Nl-Mexico kunnen kijken, maar vooral door het tijdstip (7 uur ‘s morgens ) laten we dat aan ons voorbij gaan. Er druppelen weer wat bekenden de ankerbaai binnen, maar we voelen ons niet erg gezellig en houden het contact beperkt. We raken wel een beetje uitgekeken op onze ankerbaai en we wagen een klein tochtje naar de baai verderop (Daniels Bay) waar we eerder een nacht lagen.
Het is er prachtig beschut, de bergen reizen op uit de baai, er kan gezwommen en gewandeld worden, een mooie plek om verder te herstellen. Vooral het vertrek uit Taiohae kostte toch weer veel energie, het hekanker wilde niet loskomen.
De volgende ochtend doen we rustig aan en ‘s middags varen we even naar de kant waar een kleine nederzetting is. Je kunt hier alleen per boot komen. Er wonen 4 gezinnen, oorspronkelijk allemaal afkomstig uit een familie. Je waant je er in de Garden of Eden, prachtige tuinen vol met fruitbomen (pompelmoes, limoen, avocado, mango etc), bananenbomen, ananasplanten. Je hoeft je arm maar uit te steken en je kunt het fruit zo pakken. De 4 families onderhouden de tuinen, oogsten het fruit en verkopen dat in de hoofdstad. We ontmoeten de chief en geven hem als cadeau enkele kunst-azen om mee te vissen. We hadden van andere zeilers gehoord dat hij die graag zou hebben. Hij was als een kind zo blij en beloofde ons de volgende dag fruit te geven.
Die volgende dag gingen we opnieuw naar de kant, nu om naar de waterval in de vallei te wandelen. Het is de op twee na hoogste ter wereld. Je kunt helemaal tot de waterval zelf lopen, maar voor ons was de tocht naar het eerste uitzichtpunt, waar je de waterval in zijn volle lengte kon zien, ver genoeg. Terug beneden bezochten we onze chief en zijn vrouw. We wilden toch wel bananen? Ja, heel groen graag. Hij pakt zijn machete en hakt een enorme bananenboom om. De tros die eruit komt weegt zeker 30 kilo en bevat meer dan 140 bananen. We mogen zijn kruiwagen lenen om de tros naar de bijboot te brengen. Verder zoveel grote pompelmoesen als we maar wilden (Monique zei stop bij nummer tien, de tas was bijna niet meer te tillen), een aantal carambola’s en misschien ook nog limoenen? Nee, die hebben we nog voldoende.
We hebben nog een tijdje met ze zitten praten. Verkoop van fruit is hun inkomstenbron. Maar het fruit moet per boot naar de hoofdstad worden gebracht en een eigen vrachtboot hebben ze niet. Die moet dan gehuurd worden voor 120 euro per keer. Daar moeten ze heel veel fruit voor vervoeren, anders heeft het geen zin. Ze werken hard om uiteindelijk een eigen boot met grote buitenboordmotor te kunnen aanschaffen. Hun zoon hebben ze net opgehaald uit de hoofdstad. Hij zit daar op kostschool en komt nu voor de vakantie 2 maanden naar huis. Ook hij werkt dan mee in de tuinen, want volgens vader wordt er alleen gegeten als je eerst hebt gewerkt.
Ze verdienen wat bij door te koken voor zeilers in de baai. We gaan er de volgende dag met 6 zeilers naar toe (de bemanning van de Windance III en de Elysium gaan met ons mee). We betalen ongeveer 6 euro per persoon en krijgen een heerlijk 3-gangen maal. De garnalen zijn de voorgaande nacht om 3.00 uur gevangen door de chief in de baai, gewapend met koplampje en zelfgemaakte stok met spiesjes. Wij mogen nog geen garnalen eten en krijgen geitenstew in romige kokossaus, zalig! De hele familie helpt mee om het ons naar de zin te maken.
Al deze inspanningen doorstaan we vrij goed en we maken daarom plannen om weer verder te varen, naar de Tuamotus. Het is “slechts” 520 mijl, zo’n 4 dagen varen. Waren we tot een jaar geleden dagen in de weer om een oversteekje van de Noordzee voor te bereiden (100 mijl), nu vinden we 500 mijl op de Pacific niet eens meer bijzonder. We lichten het anker en vertrekken gewoon. We hebben de Markiezen nu wel zo’n beetje gezien, we zijn het rollen op de deining zat en het lijkt ons heerlijk om in de lagune van een atol, in azuurblauw en stil water te liggen.
We zien een mooi weerwindow aankomen, met de eerste twee dagen flinke wind en daarna afnemend, en we gaan zaterdag 5 juli op pad. Inmiddels zijn we zo’n twee weken achter op ons schema, maar daar zit voldoende ruimte in. Dan maar wat korter op de Tuamotus en op de Society eilanden. En duiken, daar hoeven we voorlopig echt niet aan te denken, dat schept ook weer ruimte in ons plan. En hoe jammer we het ook vinden dat er geen gasten gaan komen in dit bijzondere gebied, het komt ons nu wel goed uit door die verdraaide ziekte.
De tocht verloopt als gepland, we schieten de eerste dagen lekker op en de 2 laatste dagen zijn heerlijk ontspannen. Conditioneel trekken we het heel aardig, alleen slapen we nog steeds bar slecht.
We hebben als eerste gekozen voor het atol Kauehi, omdat de pas vrij eenvoudig is en wij doen dit tenslotte voor het eerst. Een atol bestaat uit een ring van koraal van enkele tientallen kilometers doorsnee. Binnenin is de lagune. Op de koraalring zijn er hier en daar eilandjes, vaak met palmen begroeid en meestal is er zelfs een dorpje ergens op de ring, in een sporadisch geval zelfs een airstrip. Meestal zijn er maar een of 2 doorgangen door de koraalring en al het water van eb en vloed wordt door die passen geperst. Timing is dus zeer belangrijk bij in- en uitvaren.
Als we ‘s morgens om half 7 bij de pas aankomen, het is net licht, zien we aan de buitenzijde staande golven, wat betekent dat het nog geen laag water is. We denken de pas toch te kunnen nemen en dat lukt prima, al hebben we wel een tijdje 3 knopen stroom tegen. Eenmaal binnen is het een plaatje. Palmeilandjes, witte stranden, azuurblauw water. We ankeren en snorkelen voorzichtig rondom de boot en hoewel het water elektrisch aanvoelt op onze huid, is het genieten. We zien meteen al honderden prachtige vissen en een haai. En ondanks dat het flink waait liggen we als een huis. Wat een plek om eens lekker verder op te knappen.
Weer aan boord horen we van Karin, onze speciale WK-koerier, dat NL net heeft verloren van Argentinie. Jammer, een finale Nederland-Duitsland hadden we graag samen met wat Duitse boten bekeken. Karin, enorm bedankt!!
En dat feestje van die eerste verjaardag van onze reis, dat halen we nog wel in.
Klik hier voor de laatste foto’s die we op Nuku Hiva maakten.