Zaterdagavond 26 maart landde Hella op dit tropische eiland. Per taxi reisde ze naar haar hotelletje, gelegen op Point du Bout aan de grote baai van Fort de France. Terwijl zij haar paasontbijt in het hotel had, lagen wij nog voor anker bij Petit Anse op zo’n 10 mijl afstand. Een dagje rustig acclimatiseren stond op haar wensenlijstje, dus gingen wij in de loop van de zondag rustig richting de grote baai bij de hoofdstad. We lagen nog niet voor anker bij Point du Bout of er kwam al een enthousiaste sms: zo meteen afspreken en samen hapje eten? Wij dus naar de kant om bij de foyer van het hotel een vrolijke Hella in prachtig rode jurk te ontmoeten. Wat gezellig!! Rondje gelopen door toeristisch stadje en uiteindelijk een tentje gevonden wat al voor zeven uur ’s avonds eten serveerde. Uiteindelijk bleek dat een heel geschikte plek te zijn: midden in het bruisende Creoolse centrum met krekels om ons heen en andere tropische geluiden.
Maandag een dagje inschommelen aan boord. Pieter pikte Hella op van de kade (ze had 2 verse baguettes onder de arm, hoe snel kun je verfransen!) en na de koffie gingen we op weg naar Anse Noir, nog geen uurtje lui zeilen op alleen het fokje. Voor anker in een mooi beschut baaitje, maar door de heftige windstoten in de buien die overtrokken ging ons anker krabben. Ongelooflijk, voor de eerste keer sinds vertrek uit Nederland. En dat net nadat we trots hadden verteld hoe goed ons anker wel niet was, het had ons nog nooit in de steek gelaten…..
De dag vergleed zo snel: beetje kletsen, lekkere lunch, zwemmen, wandeling op het strand. Ondanks de buien was het super tropisch. Op de terugweg was het vissermannen geblazen, dus op de motor hoog aan de wind tegen de golven in hakken. Dat was een beetje teveel voor de nog niet ingeschommelde zeevrouw. Een beetje bleek werd ze naar haar hotelletje gebracht, wat fijn dat ze nog een nachtje aan de wal had geboekt.
Dinsdag kwam Hella definitief aan boord en ondanks de resterende misselijkheid, was ze zo stoer om toch met ons mee op pad te gaan. We zeilden dit keer naar het noorden. Heerlijk zeilen bij flinke wind die wat achterlijk inkwam, dubbel gereefd, op een glad zeetje, we maakten zo’n 7 knopen snelheid. Na dik twee uur lieten we het anker vallen bij het pittoreske Saint Pierre, een stadje wat in 1902 compleet van de aardbodem werd weggevaagd inclusief al zijn 25.000 bewoners door een gasexplosie van vulkaan Mont Pelée. Interessant om er rond te wandelen, nog steeds enkele ruïnes toegankelijk voor publiek, dik een eeuw later.
Ondanks enige swell hebben we er behoorlijk kunnen slapen, niet ver van de kant vandaan. De volgende morgen hebben we ons tegoed gedaan aan de lokale markt, op nog geen 50 meter van de boot vandaan. We hebben een enorme bult tropisch fruit gekocht en onze ogen uitgekeken op de vismarkt, waar joekels van tonijnen en marlins lagen. Begin van de middag zijn we weer zuidwaarts gevaren. Helaas konden we niet terecht in het haventje van Case Pilote, maar we vonden een paar mijl verderop een rustige ankerplek, niet ver van de hoofdstad vandaan. Heel de avond stond er een rustige deining, maar midden in de nacht veranderde dat en de inkomende golven veranderden de Déesse in een wasmachine. Het programma duurde gelukkig niet langer dan twee uur, daarna werd de zee weer rustiger. Zo! Deze ankerplek komt er in de top-tien bij qua onrustige ankerplekken. En Hella maakt dat gewoon weer eventjes mee, de mazzelaar! Dikke regen ’s nachts, maar overdag weer heerlijke temperaturen, bikiniweer. We zeilen in een mooi uur naar Anse Dufour, waar we als enige zeiljacht voor anker liggen, midden in een prachtige baai, voor een wit zandstrand met palmbomen en omliggende pastel geverfde huizen. Er zwemmen wat schildpadden rond de boot, hoe tropisch kun je het hebben! Pieter weet met lichte drang Hella te verleiden tot een snorkellesje, en terwijl ik een tarte au citron-meringue maak, hebben die twee samen een mooi kijkje in de onderwaterwereld van Martinique. Na de lunch varen we hoog aan de wind naar Fort de France, waar we bij het centrum van de stad voor anker kunnen, vlak voor het fort in rustig water van nog geen drie meter diepte, dat is relaxed! We hebben het gevoel dat we op de eerste rang liggen. Ineens komt er een dinghy langszij, hee!!! Het is de crew van Zen Again, met wie we weken lang hebben opgevaren over de Zuid Atlantische Oceaan, verbonden via het ssb-netje. Meteen de mensen aan boord uitgenodigd en lekker bijpraten met een wijntje erbij. Ook weer zo leuk dat Hella deze kant van het cruisers bestaan meemaakt. Met een Pastis als aperitiefje en tarte au citron als toetje hebben we een heerlijke laatste avond samen aan boord. Wat vliegt zo’n week toch snel voorbij! Jammer dat we Hella morgen weer moeten wegbrengen naar het vliegveld, maar een weekendje Maastricht is al weer gepland en deze herinnering lijsten we weer in. Gaaf dat ze alweer is gekomen; tijdens onze sabbatical was ze ook vast crew lid tijdens de etappe in Estland. Benieuwd waar ter wereld ze volgende keer gaat boarden op onze boot. Altijd welkom in elk geval!!!