Inmiddels hebben we 4 volle dagen op St Helena doorgebracht en het eiland heeft in die paar dagen heel veel indruk op ons gemaakt.De eerste ochtend gaan we naar de kant voor het proces van inklaring. We roepen de ferryservice op, want er staat zoveel deining dat het niet verantwoord is om met je eigen dinghy naar de kant te gaan. Iedereen doet het zo, ook de plaatselijke vissers en de autoriteiten maken gebruik van de ferryservice. Nadeel is wel dat die niet later vaart dan een uur of zes, dus cafe- of restaurantbezoek ‘s avonds zit er niet in. We bezoeken de havenkapitein, de douane en de immigration (paspoortcontrole), wat allemaal zeer soepel verloopt. Daarna verkennen we het stadje en lopen wat supermarkten binnen om te kijken wat er zoal te koop is, vooral op gebied van groenten en fruit. We hebben geluk en pech. Geluk omdat juist donderdag de dag is waarop de groentewinkel bevoorraad wordt. Pech omdat we, na het inklaringsproces, pas om een uur of 10 in de winkels komen en de aantrekkelijke producten (sla, komkommers, bananen), al grotendeels uitverkocht zijn. We kunnen gelukkig nog wat tomaten en wortelen scoren. We lunchen bij Anne’s Place, een openluchtrestaurant in de kasteeltuinen, en we boeken voor de volgende dag een eilandtoer. Ook bezoeken we het plaatselijke museum, waar niet alleen aandacht is voor Napoleon, maar ook voor vele andere hooggeplaatsten (of diep gevallenen), die in het verleden op het eiland te gast waren, soms vrijwillig, soms onvrijwillig. Zo herbergde het eiland duizenden krijgsgevangenen uit de Boerenoorlogen in Zuid Afrika en ook een Zulukoning zat er onvrijwillig. Maar ook Einstein en Darwin waren in het eiland geïnteresseerd. Voor de eilandbewoners heeft de Napoleon-episode de wereld verblind voor de rest van de interessante geschiedenis van St Helena.
Aan het eind van die eerste dag zijn we vooral onder de indruk van de ontspannen sfeer en de vriendelijkheid van de bevolking. Dat heeft vast te maken met de relatief kleine (4500 zielen), gesloten gemeenschap. Iedereen kent elkaar, iedereen groet elkaar. Er is nauwelijks toerisme. Je kunt er alleen per (dure) boot komen vanuit Kaapstad (5 dagen) of vanuit Ascension (2 dagen). Op Ascension is een (militair) vliegveld, met slechts zeer beperkte mogelijkheden voor burgerpassagiers. Dus er is nauwelijks in- en uitstroom van mensen, alleen wat jachten die op weg zijn van Kaapstad naar Brazilië of de Carieb.
Op vrijdag maken we een toer over het eiland. Voor de helft is de toer gewijd aan het beroemde verblijf (en de dood) van Napoleon, de andere helft wordt besteed aan een rondrit door het adembenemende landschap. Vanaf zee lijkt St Helena een grote rotspartij, als een onneembaar kasteel, met hoge vanuit zee op rijzende kale wanden, zonder een spoor van groen. Maar het binnenland blijkt zeer afwisselend, met vele heuvels en dalen, zeer weelderige begroeiing, deels tropisch, deels uitgestrekte weiden. Er zijn ook vulkanische gebieden met mooie donkerrode rotspartijen en heuvels begroeid met flax, waar vroeger touw van werd gemaakt. Er zijn prachtige wandelingen uitgezet. De huizen waar Napoleon heeft gewoond en ook de plaats van zijn graf zijn al tientallen jaren in Frans bezit. Het is allemaal fraai gerestaureerd en we krijgen er interessante rondleidingen.
Zaterdag staat in het teken van de plaatselijke hype: zwemmen met walvishaaien. In deze tijd van het jaar komen die reusachtige dieren (5-12 meter) hier naar de kust. Ze zijn volledig ongevaarlijk, eten alleen plankton en doen dat heel rustig, dicht aan de oppervlakte, en ze vinden het prima als er dan wat zwemmers in het water liggen. Met 10 andere gasten varen we in een gecharterde motorboot in een half uur naar de oostkant van het eiland. Er staat een flinke deining, dus al snel hangt een deel van de gasten zeeziek over de reling. De kapitein en zijn “sharkspotter” turen over het water, terwijl ze de zee afkruisen. En na een tijdje wordt de eerste walvishaai gespot. We springen met acht man tegelijk het water in, snorkel op, vinnen aan en camera in de hand. We zien de schim van een enorm beest, maar hij gaat al snel de diepte in. Allemaal het water uit en weer even verder zoeken. Maar daarna hebben we meer geluk. We vinden een walvishaai, meer dan 7 meter groot, die wel een uur in de buurt blijft. Tot 3 maal toe gaan we weer het water in om hem langs alle kanten te bekijken. Het beest is enorm, de bek gigantisch. Soms komt hij heel dichtbij. Het was een prachtige ervaring, die doet denken aan het zwemmen met de bultruggen in Tonga.
Voor zondag heeft Monique een wandelprogramma samengesteld. We laten ons ‘s morgens met een taxi afzetten bij het begin van een wandeling door de groene heuvels van Peak Dale, langs weiden en flaxvelden en met prachtige vergezichten. Het pad blijkt erg modderig, maar de uitzichten zijn fantastisch. Aan het eind komen we dichter bij de kust en verandert het landschap totaal. We beginnen aan onze tweede wandeling, naar Blue Point, in een oud vulkaan landschap. Het is adembenemend. Na 5 uur lopen komen we weer wat meer in de bewoonde wereld en kunnen we terug liften naar de ankerplaats. We krijgen o.a. een lift van een Britse onderwijskundige, die 2 jaar op het eiland is gestationeerd om de onderwijzers (op de 4 scholen) te ondersteunen. Zij vertelt ons wat meer over de sfeer op het eiland. De bewoners zijn trots, ze noemen zichzelf “Saints”. De sfeer is erg Brits, maar wel op een heel vriendelijke manier. De lonen zijn laag, de kosten van levensonderhoud zijn hoog. Vooral de import van grote luxe artikelen is erg duur, bvb 3000 pond voor het importeren van een auto. Op sommige vlakken is het leven primitief. Het aanbod in de winkels is beperkt en zeer wisselend. Internet is slechts rudimentair aanwezig. Toch zijn de mensen gesteld op hun isolement. Ze houden hun hart vast als later dit jaar het vliegveld zal open gaan. Want op dat moment wordt ook de RMS, de vracht/post/passagiersboot, de huidige levensader, uit de vaart genomen. Hoe het dan zal gaan met alle import van levensmiddelen en luxe artikelen lijkt niemand te weten.
Iedere middag gaan we weer met de ferry naar de Déesse. We liggen hier fantastisch, aan een stevige mooring, onder een indrukwekkende rotswand. We hebben al dolfijnen, een reuze mantarog en 3 grote mahimahi’s vlak bij de boot gezien, en dat is heel uitzonderlijk.
We genieten enorm van het verblijf hier, en realiseren ons heel goed dat een bezoek aan St Helena slechts voor weinigen is weggelegd.
Vandaag, zondag, zijn er weer een paar boten aangekomen, die deel uitmaakten van ons radionetje. We zullen niet veel tijd hebben om met ze op te trekken, want in de loop van maandag, willen we al weer vertrekken, richting Ascension.