Dinsdag 22 september kwamen we aan op Rodrigues en 6 dagen later varen we er alweer weg, op naar Madagascar. Zes heerlijke dagen gehad, waarin we de boot weer helemaal schoon konden maken, al het zeezout eraf konden spoelen, de kastjes uitgenomen, heel de voorraad uitgezocht en aangevuld. De was laten doen. En zelf lekker kunnen uitrusten van de lange zeereis. Rodrigues, wat een ontspannen eiland, wat een aardige bewoners. We merken het meteen in die eerste uurtjes al, alle officials die we ontmoeten zijn vriendelijk en iedereen zegt dat we het vast fijn gaan hebben op hun eiland, de trots straalt van ze af.
We liggen de eerste dagen langs de kade van de havenkom bij de hoofdstad, Port Mathurin. Het stadje is niet groter dan een vierkante kilometer en ademt een ongedwongen sfeer. Overal winkeltjes, overal ontspannen mensen en overal schoolkinderen in uniform. De bussen zijn allemaal uniek beschilderd. Op elke straathoek zit een snack, een klein winkeltje waar je een maaltijd of een sandwich kan kopen. De markt is levendig, vooral op zaterdagochtend als iedereen zijn zelfgemaakte spullen uitstalt, varierend van honingproducten, gewekte groenten en chutneys tot gevlochten manden in allerlei kleuren.
Pieter plaatst de nieuwe waterpomp en ook kopen we een nieuwe startaccu. De motor loopt nu weer als een zonnetje. Donderdagochtend in alle vroegte moeten alle 9 zeilboten de havenkom uit, want vandaag komt het grote supply-schip Anna binnen zoals elke twee weken. Om 6 uur gooien we los van de kade en ook de andere boten gaan anker op, iedereen in colonne de vaargeul uit naar een ankerplek een paar kilometer buitengaats. Als de Anna afgemeerd ligt (ze neemt de hele kademuur in beslag en wordt met behulp van twee sleepboten in de relatief krappe havenkom gemanoeuvreerd) varen alle jachtjes weer naar binnen, nu gaat iedereen voor anker. Twee dagen later hetzelfde ritueel als de Anna weer vertrekt. Heel interessant om te kijken naar de bedrijvigheid op de kade, het lossen en later laden van de vracht. Enkele uren nadat het lossen is begonnen, zie je iedereen op straat vracht verplaatsen naar winkeltjes, mensen lopen met zakken over de schouders gegooid, auto’s rijden afgeladen langs en kleine vrachtwagentjes bevoorraden de supermarkten. Terwijl gisteren de vitrines van de supermarkt vrijwel leeg waren, puilen ze nu uit met Franse kazen, worsten, de lekkerste boter en noem maar op. Eerst dachten we nog dat we net pech hadden dat juist in die paar daagjes dat wij er waren het vrachtschip langskwam, met heel het verhuiscircus van dien. Maar nu we de overvolle winkels zien, beseffen we ons geluk! En wat smaakt dat goed, verse baguettes met boter en al die heerlijkheden, we krijgen er geen genoeg van!
Natuurlijk moet het eiland verkend worden. We maken een lange wandeling langs de kust naar Grand Baie en nemen de bus terug, die precies aan komt rijden als het met dikke druppels begint te regenen. De dag erna huren we ieder een scooter en rijden heel het eiland rond. Het eiland zelf is niet groot, ongeveer 10 bij 20 kilometer. Helemaal rondom ligt een uitgestrekt rif, waardoor overal waar je maar naar de zee kijkt, de kleur blauw in alle tinten vertegenwoordigd is. Prachtig!
We rijden door het hoge binnenland en dalen weer af naar de oostkust, waar prachtige stranden zijn en we een mooie kustwandeling maken naar blowholes. Dan weer via het binnenland naar het zuiden, waar we lunchen en langs de kustweg helemaal naar het westen rijden. Onderweg kopen we lokale honing waar Rodrigues bekend om staat en dan weer terug naar de boot. Ook lukt het om een duikdag af te spreken met een lokale duikschool. We maken twee duiken naar het ongerepte rif, nooit eerder verwoest door natuurrampen en daardoor uniek in z’n soort. Nu ieder vijftig duiken op ons log!
Natuurlijk spreken we ook een boel nieuwe zeilers, mensen die we misschien weer gaan tegenkomen bij de tocht rond Zuid Afrika. Op de laatste avond nemen we Jim, een sympathieke Canadese solozeiler mee uit eten bij Les Deux Freres, een van de weinige restaurantjes op het eiland. We eten er heerlijke Creoolse gerechten.
Maandag vertrekdag. Vroeg in de ochtend halen we diesel en benzine in jerrycans, we doen de laatste boodschappen en om 9 uur klaren we uit. We realiseren ons dat we nauwelijks de tijd hebben genomen om te reageren op al die lieve mails die we de afgelopen weken hebben gekregen en proberen dat nog in de laatste uurtjes te doen.
En dan zijn we weer klaar voor de volgende etappe. We hebben besloten om Reunion niet te gaan bezoeken, omdat het vier dagen varen is en we er vervolgens maar enkele dagen zouden kunnen blijven, veel te kort voor een eiland wat wel tien keer zo groot is als Rodrigues. En daarnaast is het ook nog eens uit de richting. Dat doen we wel een keer per vliegtuig. Of bij onze volgende wereldomzeiling
Op maandag 28 september om 13 uur varen we de havenkom uit, op naar Madagascar.
Inmiddels zijn we alweer drie dagen op zee, 1 oktober vandaag. Grappig te bedenken dat we de hele maand september op zee hebben doorgebracht, op 6 dagen na. Op een eiland zijn is heerlijk, maar onderweg op zee zijn we ook helemaal in ons element. Lekker de rust om te lezen, om eens terug te denken en de laatste tijd ook opvallend veel bezig met vooruitdenken. Op Rodrigues heb ik wat inventariserende mails gestuurd op zoek naar een baan na thuiskomst. Leuke en interessante reacties gehad, wat aanzet tot nadenken. Hoewel we nog steeds elke dag genieten van het hier en nu, merken we allebei dat we ook weer steeds meer bezig zijn met de toekomst. Waar zullen we neerstrijken, hoe gaan we het vormgeven, wat zien we als ideale werkinvulling? Hoe gaaf we deze reis ook vinden, we hebben er nu alweer zin in om ons thuis te gaan settelen. Maar eerst hebben we nog wat avonturen voor de boeg, de eerstvolgende is Madagascar, nog zo’n 600 mijl te gaan.