Dag 16, donderdag 17 september: Zooo! Vandaag was vissersschip Déesse weer lekker bezig. Om 6.00 uur hing de lijn al uit na een prima nacht op zee. Om 6.45 uur visalarm! Maar de lijn bleef maar uitgaan met flink lawaai, daar moest een enorm beest aan vastzitten. Uiteindelijk ligt de boot stil en de vis ook, na 300 meter lijn van de spoel te hebben afgehaald. De hengel buigt volledig door en er is geen beweging in te krijgen. We kijken elkaar aan: dat wordt waarschijnlijk dik een uur vechten om hem binnen te halen om zodoende zoveel mogelijk lijn terug te krijgen, maar zo’n enorm beest gaan we niet landen, dus krijgen we er ook niets door te eten, hmmmm. Doorsnijden dan maar? Okee. Weg vis, weg lijn. Later voelen we ons wel schuldig, als je vist, dan moet je het eigenlijk ook goed doen. En het voelt niet goed dat er nu een prachtbeest rondzwemt met een haak in zn bek en 300 meter nylon lijn achter zich aan. Bij de volgende joekel gaan we meer ons best doen, al is het maar voor de vis z’n welzijn. We wikkelen 400 meter nieuwe lijn op de spoel en laten de nieuwe aas weer uit. Om 10 uur weer visalarm, oef, weer een flinkerd zo te horen. Maar als we het gevecht beginnen, breekt de voorloop. Weg vis, weg aas. Maar niet getreurd, hop, opnieuw een aas overboord. Om 12 uur weer visalarm. Dat klinkt beter, ofwel kleiner. We halen de lijn in en proberen een nieuwe landingstechniek. Het blijkt een pracht van een mahimahi te zijn, die het ons niet makkelijk maakt, door tot twee keer toe de lijn om het roerblad te laten verstrikken. Ik moet wel even slikken als er ineens een prachtig felblauw gekleurd vrouwtje verschrikt rond het aangehaakte mannetje zwemt. Laatst vertelde ons iemand dat mahimahi’s paartjes voor het leven vormen, en wij staan op het punt dit paartje te scheiden. Maar er is niets meer aan te doen, de haak zit diep vast in de bek van het mannetje. We landen hem en alles gaat nu goed, 125 cm prachtige mahimahi aan dek, goed voor bijna 3 kilo visvlees in de koelkast, dus een week te eten. Als alles achter de rug is, komen even de tranen, vanochtend bleek maar weer, vissen is niet altijd fun. Verder zeilen we vandaag lekker en leggen 149 mijl af.
Dag 17, vrijdag 18 september: Een rommelige nacht, met swell uit het zuidwesten en minder winddruk, waardoor de boot hotst en botst. In de ochtend dikke regen uit grijze luchten. Dat vraagt om een stevig ontbijt met scrambled eggs, gebakken spek en tomaat en toast, zalig! De rest van de dag is lekker culinair, met Thaise vissoep, een appel tarte tatin en vis-wokgerecht in de avond. We vinden het zelf zo gaaf dat we na 16 dagen op open zee nog zo lekker eten en drinken aan boord met nog volop verse groenten en fruit. Vandaag een choppy sea, hoge golven van zeker 4 meter, soms hard surfend op een golftop. Geen zeilwissels vandaag maar heel de dag met 2de rif, kleine uitgeboomde genua en werkfok. We leggen 164 mijl af, wauw!
Dag 18, zaterdag 19 september: Onrustige nacht door veel wind, buien, later minder wind en windshifts door enorme regenbuien, het houdt ons aardig bezig. Later wordt het rustiger, we douchen in het zonnetje en praten heerlijk over de boeken die we de laatste weken allebei hebben gelezen. Geen bijzonderheden vandaag, we leggen 150 mijl af, nog maar 350 mijl te gaan.
Dag 19, zondag 20 september: Best okee nacht, de hield wind gelukkig aan, ondanks voorspelde afname ervan. Om 6 uur gijpen we, daarna ontbijt met eieren en spek, altijd leuk om op zondag iets speciaals te doen. Om 11 uur gaat het laatst rif eruit, we doen 4 knopen door het water, helaas wel forse tegenstroom. Om 14 gijpen we terug. Om 17 uur meer wind en de rest van de avond en begin van de nacht blijven we zeilen. Snel gaan we niet vooruit, maar gestaag naderen we ons doel.
Dag 20, maandag 21 september: Om 4 uur moet de motor toch aan omdat de wind helemaal wegvalt. Om 8 uur kan het brulbeest weer uit en zeilen we weer. We accepteren een lage snelheid en hijsen de gennaker toch maar niet, omdat de wolken er onbetrouwbaar uitzien. En dat blijkt een goede keus. Want eerder dan verwacht steekt plots de voorspelde wind op, maar dan ook meteen boem, met 22 knopen er vol in. Rustig inkomen is er helaas niet bij, we moeten aan de bak. Heel fijn dat het sinds een dag beter gaat met mn rug, want anders waren dit geen fijne uurtjes geweest. We wisten dat de laatste loodjes zwaar zouden zijn, dus in die zin waren we wel voorbereid. Binnen het uur reven we van volledig grootzeil zeil naar derde rif, van genua naar werkfok. De zee die even geleden nog zo kalm was, bouwt meteen op en de golven zijn venijnig en steil en totaal ongeorganiseerd. We moeten ons echt schrap zetten om niet gelanceerd te worden. We gaan dus een onrustige nacht tegemoet. Wel heel fijn dat de maan inmiddels tot een uur of drie aan de hemel staat en alles met een fraai zilveren schijnsel verlicht. Hoe heftig het weer ook is, hierdoor lijkt het allemaal wat milder. En dan om 4 uur ineens een klap, in mijn dienst, terwijl ik net 10 minuten op de bank lig, een klapgijp! Gelukkig geen schade, de bulletalie deed deze keer waar ie voor bedoeld is. Snel is de boot weer op koers en razen we verder de inmiddels aardedonkere nacht in, met 7,5 knoop door het water. Maar wat was er nou gebeurd?? Blijkbaar viel de wind even kort helemaal weg, waardoor de boot maar bleef afvallen door de stand van roerblad en hydrovane, tot we ineens onder de wind zaten. Na die klap blijf ik buiten goed opletten en inderdaad, in de uren daarna nog een paar keer dat de wind ineens van 27 knopen naar 12 knopen terugging, om na 1 minuut weer in volle hevigheid terug te komen. Hmmm, opletten geblazen dus. Hierdoor en door het onstuimige weer een pittige nacht voor ons allebei.
Dag 21, dinsdag 22 september: Land in zicht, roept Pieter als hij me wakker maakt. We zijn dan nog maar 12 mijl van Rodrigues verwijderd. De wind huilt door het tuig, de donkere wolken jagen voort, we zitten duidelijk in het front van het naderende hoge drukgebied. Daar waar we de beschutting van het eiland hadden verwacht, blijkt het nog steeds flink te waaien, met hoge golven die de boot half omduwen. Een spannend half uurtje, terwijl het buiswater over ons heen sproeit, de wind in de oren loeit en het zicht matig is door de golfslag. Gelukkig start de motor met behulp van de startkabels en ook de waterpomp doet het goed. Tja, het zou ons maar gebeuren, dat de motor uitvalt precies in de aanloopgeul tussen de riffen… ik krijg rillingen bij het idee. Maar alles gaat goed en twee mannen staan klaar op de kade om onze lijnen aan te pakken. Wauw, we zijn er, welkom op Rodrigues! Binnen twee uur zijn alle formaliteiten afgehandeld. We hebben al een sim-kaart gekocht zodat we internet bereik hebben en hebben ook al een winkel gelokaliseerd waar ze nieuwe accu’s verkopen. We kopen verse baguettes en besluiten vanavond niet veel meer te doen. Natuurlijk gaat de fles champagne open, wordt de bekende aankomstfoto gemaakt en schijf ik dit stukje nog, voor we onder de wol kruipen. Nou ja, wol is nog niet nodig, maar het is hier weldegelijk frisser dan in Indonesië, heerlijk!
Terugblik: De oversteek over de Indische Oceaan was toch wel iets waar we wat tegenop zagen. We wisten dat het een ruige oversteek kon zijn, in elk geval de langste tot nu toe, en het feit dat onze vrienden een maand geleden het echt heel pittig hadden gehad met wind tot 45 knopen en huizenhoge golven stelde ons niet gerust. Maar als we nu terugblikken kunnen we niet anders concluderen dan dat we een prima overtocht hebben gehad. Er zaten een paar pittige dagen bij, vooral als de wind ineens aantrok van 15 tot 30 knopen waarbij de golven zich snel opbouwden zonder vast patroon. Dan was het net alsof we in een wasmachine zaten. Maar gemiddeld genomen hadden we prachtig weer, heel veel zonneschijn en de mooiste sterrenhemels. Ik denk dat we vijf dagen met wat regen hadden, maar nooit meer dan wat losse buien, waarin maximaal 35 knopen wind zat. We hebben in tegenstelling tot andere oversteken veel halve wind gevaren, ongeveer de helft van het traject. We hebben ons hele arsenaal aan zeilen gebruikt, behalve de stormfok. Enkele dagen met licht weer, waarbij we zelfs een paar uur de gennaker konden hijsen, bij stevig weer voeren we met werkfok en derde rif. De laatste week werd het wat frisser en moest de lange broek aan, de watertemperatuur daalde tot 24 graden. We hebben 2 mahimahi’s binnengehaald, twee vissen op het laatst verloren en twee vissen van een piercing voorzien. Het was de culinairste reis ooit, mede dankzij perfecte kwaliteit van groenten en vlees bij vertrek.
Even wat feiten op een rij:
We hebben 3114 zeemijl afgelegd, precies 6000 kilometer, en daar hebben we op het uur af exact 21 dagen over gedaan, gemiddeld dus 148 mijl per dag of 6,2 knopen. We hebben 47 mijl kado gekregen door de stroom mee. We hebben in totaal 10 uur en 40 minuten de motor aangehad, 15 liter diesel verbruikt. De duogen is kapot gegaan, maar die kon Pieter onderweg repareren dankzij een reserve-onderdeel. De startaccu heeft het begeven en de tijdelijk geïnstalleerde zoutwaterpomp had lucht aangezogen, waardoor de motor niet goed werd gekoeld. Maar alles kon tijdelijk worden opgelost en hier op Rodrigues gaan we alles definitief repareren, zodat de Déesse weer volledig zeewaardig is.