P1050680Alweer een paar dagen geleden hebben we onze paragliding cursus in Queenstown afgesloten. We lopen bijna naast onze schoenen van trots dat we allebei ons brevet schermvliegpiloot op zak hebben. Daar zag het in het begin van de cursus juist helemaal niet naar uit……

We vonden het in ieder geval heerlijk om nu eens een kleine twee weken met onze tent op een vaste plek te staan. De 4 weken daarvoor waren we als nomaden door Nieuw Zeeland getrokken, onze tent bijna iedere dag op een andere plek, reizend van hoogtepunt maar hoogtepunt. Een pauze in het reizen, om al die indrukken te verwerken leek ons heerlijk. We vonden een mooie kampeerplek in het schilderachtige plaatsje Arrowtown, dichtbij het flightpark (de hangplek en landingsplek voor paragliders en hanggliders) en lekker op enige afstand van het rumoerige Queenstown, ook wel de adrenalinehoofdstad van Nieuw Zeeland genoemd.

Het begon met een kleine domper, de eerste dag (vrijdag de dertiende) werd meteen afgelast vanwege slecht weer, maar op zaterdag ging het dan echt beginnen.

Paragliden is afgeleid van parachutespringen. Je hangt aan een bestuurbare parachute. De vlucht begint alleen niet vanuit een vliegtuig, maar je start vanaf een berg door al lopend/ rennend het scherm boven je op te zetten, waarna je van de grond loskomt. Hanggliden lijkt er een beetje op, maar dan vlieg je niet met een scherm, maar met een deltavlieger op een aluminiumframe. Onze eerste dag bestaat uit grondtraining. Hoe krijg je, door te rennen, het scherm stabiel boven je, hoe zorg je dat het recht boven je blijft, hoe krijg je snelheid en maak je het scherm bestuurbaar. Het gaat ons alletwee behoorlijk goed af. We leren zelfs al een starttechniek voor gevorderden die je kunt gebruiken als er wat meer wind staat. Nog diezelfde middag mogen we al van een hoger stukje op de oefenwei starten en we maken “vluchtjes” van enkele tientallen meters, onze voeten nauwelijks een meter boven de grond. “Wow, I saw you got some air on your first day” roept een enthousiaste medecursist die al wat meer gevorderd is. We voelen ons stoer en trots en we horen dat we al bevorderd zijn tot het volgende echelon, “Mount Pain”. Waar die naam vandaan komt zal ons de volgende dagen meer dan duidelijk worden, al had hij wat ons betreft ook Mount Sweat of Mount Tears kunnen heten.

Vol goede moed beginnen we aan dag twee, de ochtend doen we nog grondoefeningen, maar na de lunch wandelen we naar de roemruchte oefenheuvel die naast het flightpark ligt. Onze uitrusting wordt uitgebreid met een radio-ontvanger, zodat Lisa, onze instructrice, ons tijdens de vlucht aanwijzingen kan geven. Tijdens de lunch heeft ze ons al uitgelegd hoe je moet landen.

P1050532Boven aan Mount Pain aangekomen blijkt dat het landingsterrein, dat 50 meter lager ligt, pas is gemaaid. Dat is natuurlijk fijn, maar de grote ronde balen van samengeperst hooi liggen nog verspreid over het terrein. Die obstakels moeten eerst uit de weg, dus lopen we eerst met zijn allen (Lisa, wij en nog twee cursisten) naar beneden om alle balen naar de rand van het terrein te rollen. Het zijn grote zware krengen, het is een hele klus en het zweet loopt al gauw in straaltjes van ons af. Maar daarna kan de pret beginnen. We maken onze eerste starts en landingen, nog heel onwennig en onhandig. Mount Pain doet zijn naam eer aan, want na iedere landing moet je, samen met je 15 kg zware uitrusting, de heuvel weer oplopen en dat voel je al snel in al je spieren. De vluchtjes duren kort, misschien maar 20 seconden van start tot landing en in die korte periode moet je veel verschillende handelingen verrichten. Bij Monique lijkt het als vanzelf te gaan, iedere start lukt en ze landt steeds op beide voeten. Bij mij gaat het wat stroever, vooral het percentage geslaagde starts kan een stuk beter. En iedere keer weer het hele scherm bijeenrapen en in de zak proppen en weer een stuk naar boven lopen.

Aan het eind van de middag gaan mijn starts gelukkig veel beter en één keer krijg ik zelfs wat extra lift, waardoor ik helemaal achteraan op het landingsterrein uitkom. Ik vlieg recht op een van de hooibalen af en het lukt me niet om hem te ontwijken. Ik trek wel mijn benen in, maar vergeet te remmen. Met een klap vlieg ik met mijn zitvlak tegen de harde hooibaal aan. De bescherming van het harnas vangt een deel van de klap op. “Pieter, lift your hand when you are OK……” klinkt de bezorgde stem van Lisa door mijn radio. Dat doe ik meteen, maar als ik opsta voel ik wel een flinke pijnscheut in mijn linker zij. Mijn onderste ribben zijn blijkbaar flink in botsing gekomen met mijn bekkenkam. Mount Pain doet zijn naam extra eer aan.

P1050622De volgende ochtend mogen we voor het eerst een “high flight” maken. We hebben de afgelopen 2 dagen met jaloerse blik gekeken naar de gevorderden van onze groep, die we hoog boven ons zien cirkelen, zien landen en vervolgens in het busje zien stappen die hen naar de 800 meter hoger gelegen start op Coronet Peak brengt. En nu mogen we in datzelfde busje mee! Eerst krijgen we nog uitleg over het vliegen van een landingscircuit, precies zoals echte vliegtuigen dat ook doen. Gelukkig weten we dat we van start tot landing via de radio gecoacht zullen worden. Bij de start worden we begeleid door John, mede-instructeur, partner van Lisa en o.a houder van het Nieuw Zeelandse afstandsrecord hanggliden. De meer ervaren cursisten starten eerst. En dan zijn wij aan de beurt. Een paar stappen en dan hang je in de lucht en voor je het weet is de grond heel ver weg. Het is best spannend. Het landingsterrein ligt kilometers verderop langs de berg en ruim 800 meter lager. Sturen moet je gedeeltelijk doen met gewichtsverplaatsing, je hangt dan bijna naast je stoel en op honderden meters hoogte is dat gewoon super eng. “Dit is de meest veilige manier van vliegen ” en “bij een eventuele inklapper herstelt dit scherm zichzelf” gaat er door je hoofd, maar dat neemt de angsten niet helemaal weg. Maar dan klinkt er “perfect start, Monique” en even later “good start Pieter” door de radio en dan lukt het weer om gewoon te ademen. John stuurt ons in de goede richting en even later neemt Lisa de begeleiding over vanaf het landingsterrein. Met opmerkingen als  ” you’re looking great” en “keep doing what you’re doing” probeert ze ons vertrouwen te vergroten. Moniques landing is net zo perfect als haar start en vanaf nu heet zij “goddess of the air”. Ik heb meteen een flinke thermiek te pakken en kom een tijdje later binnen. Mijn tweede vlucht duurt zelfs een half uur, wat mij de bijnaam “Thermal Tiger” oplevert.

P1050551We hebben er aan mogen ruiken, ‘s middags moeten we weer naar Mount Pain, om onze start- en landingsroutines te verbeteren. Ik begin er behoorlijk lol in te krijgen, maar de “goddess” heeft het helemaal niet naar haar zin. Monique vond de hoogtevluchten gewoon eng en ze heeft het gevoel dat ze deze sport helemaal nooit leuk gaat vinden. Iedereen ziet dat ze een natuurtalent is, behalve zij zelf. Op Mount Pain heeft ze bovendien haar bovenbeenspieren flink bezeerd en alle emoties komen boven. Mount Pain wordt Mount Tears. Zelfs de anders zo stoïcijnse John raakt een beetje van zijn stuk.

‘s Avonds voor de tent praten we erover. Ik zou het jammer vinden als Monique nu zou stoppen, want ik denk dat het plezier best nog kan komen als ze het wat beter gaat beheersen, als ze zich wat meer “in control” voelt. Aan de andere kant wil ik niet dat ze iets tegen haar zin blijft doen. We besluiten om in ieder geval nog 2 dagen door te gaan, we zijn dan halverwege de cursus.

Ondertussen is de sfeer in de groep echt leuk. Inmiddels zijn wij halfgevorderd en er zijn weer nieuwe cursisten ingestroomd. Iedereen steunt en helpt elkaar. We zijn met een man of 8 van 6 verschillende nationaliteiten. Lisa en John zijn goud waard. Ze zijn zowel inhoudelijk als didactisch van grote klasse en ze helpen ons door de moeilijke momenten. En het wordt steeds leuker. We leren onze vliegsnelheid en daalsnelheid te veranderen, leren verschillende stuurtechnieken en we perfectioneren onze start en landing. En met de betere beheersing groeit het vertrouwen en het plezier. We genieten steeds meer van het omringende berglandschap tijdens het vliegen. Zelfs een mislukte start met niet helemaal zacht neerkomen enkele tientallen meters lager wordt gevierd, omdat we dit als eerste “hellinglanding” mogen noteren in ons logboek. En met enige compassie kijken we toe hoe de beginners zich P1050561afbeulen bij de grondtraining, als wij na onze landing weer voor de volgende vlucht naar ons busje lopen.’s Avonds lezen we in het theorieboek. De enige regendag wordt benut met het bespreken van de theorie, gevolgd door 3 theorie examens. Onze kennis van meteorologie en aërodynamica is een welkome hulp.

De benodigde 40 vluchten hebben we na tien dagen nog net niet gehaald, maar we mogen zonder bijbetalen een extra dag vliegen en dat grijpen we met beide handen aan. Het is een prachtige dag en we maken nog 5 hoogtevluchten. Ook Monique heeft er helemaal lol in gekregen. De starts waren al prima, voor haar landings krijgt ze van Lisa “10 out of 10″ maar het mooiste is dat we nu alletwee ook van het vliegen zelf genieten.

P1050610Die avond hebben we een “pot luck diner” (iedereen brengt een gerecht mee), met alle cursisten en onze twee instructeurs. Wij hebben voor bubbels gezorgd om ons zojuist verworven brevet te vieren en een van de andere cursisten viert haar honderdste vlucht op dezelfde manier.

Het werd een zeer genoeglijke avond met gerechten uit 6 verschillende landen, prima Nieuw  Zeelandse wijn en veel grote verhalen. De volgende dag hebben we onze tent afgebroken en ons boeltje gepakt, nog natintelend van onze avonturen van de afgelopen 2 weken en trots dat we ons vanaf nu piloot kogen noemen. We hebben ook weer zin om onze reis te vervolgen en weer een reeks mooie plekken in Nieuw Zeeland langs te gaan. De eerst volgende bestemming is Twizel, de uitvalsbasis voor een bezoek aan Mount Cook. Maar we zullen nog een hele tijd aan ons vliegavontuur blijven denken, al is het maar door de blauwe plekken en de nog aanhoudende pijn aan de gekneusde ribben.

P1050619