We liggen voor anker bij Panama City. Gisterenavond de veilige aankomst op de Pacific met champagne gevierd. Vanochtend bij het ontwaken zien we dat er naast ons nog 2 Nederlandse schepen voor anker liggen. Van een van hen, het zeiljacht Marida, komt de dinghy met de eigenaren, Adri en Sytske, al snel langszij. “Gaan jullie oost of west?”, vragen ze. Wij gaan west, zij oost. Na 12 jaar zeilend over de wereld met hun Koopmans 43, zijn zij weer op weg naar Nederland. Ze hebben Kaap Hoorn gerond en Japan bezocht. Met hun vergeleken zijn wij echt nog beginners.
Maar het Panamakanaal hebben we achter de rug, toch ook een mijlpaal van betekenis. We vonden het wel spannend hoor, ik zeker.
Maandagavond 31 maart kwamen Merel en Adriaan aan vanuit Nederland. De vlucht ging prima, maar een klapband van de taxi had bijna nog roet in het eten gegooid. Dinsdag een rustdagje en woensdagmiddag was het zover. In het begin van de middag vertrokken we in vol ornaat richting de plek waar we de “advisor” aan boord zouden krijgen. De boot volgehangen met alle beschikbare stootwillen en nog extra ingehuurde autobanden. Maar ook maximale personele bezetting; naast de schipper moeten er 4 “linehandlers” aan boord zijn, dus was Pedro als extra bemanningslid ingehuurd.
Op de daarvoor bestemde ankerplaats moesten we geduldig wachten op de loodsboot. Die zette vervolgens niet één, maar drie “advisors” aan dek, waarvan 2 in opleiding. Dieper liggend dan ooit, door volle tanks, 8 man aan boord en proviand voor een half jaar, werden we richting de Gatun sluizen gedirigeerd. Inmiddels was het donker geworden, maar daar heb je in de goed belichte sluizen geen last van. Bij Gatun ga je 3 x 9 meter omhoog, je vaart van de ene sluis direct in de andere. Jachten liggen meestal in het midden, alleen of in een pakketje van 2 of 3 zijdelings aan elkaar gebonden, met 4 lijnen naar de kant.
Schutten doe je altijd samen met een zeeschip, voor jachten alleen verspillen ze al dat water niet. Bij omhoog schutten sluit je achter het zeeschip aan. Ons schip was een bulkcarrier, gevolgd door een sleepboot. Wij waren samen met een catamaran. Deze moest langszij bij de sleepboot en wij weer naast de catamaran, anders dan gebruikelijk dus. Aanvankelijk leek dat heel relaxed, na het vastmaken hoef je niets te doen, de 4 “linehandlers” aan boord kunnen duimen draaien of foto’s maken, terwijl je met forse snelheid omhoog gaat terwijl het water waarin je ligt wel lijkt te koken. Maar de ruimte in de breedte was erg beperkt en het ontkoppelen, doorvaren naar het volgende deel van de sluis en weer hergroeperen had wel wat voeten in aarde. Vooral toen de sleepboot een van zijn lijnen niet loskreeg en met groot geweld de sluiswand ramde werd het even heel spannend. Op dat moment was het heerlijk dat we niet alleen een een stoer schip met een betrouwbare motor, maar ook een door de wol geverfde advisor aan boord hadden.
Het sluizencomplex is zeer indrukwekkend. Het werd honderd jaar geleden gebouwd en functioneert sindsdien 7x24uur, zonder onderbrekingen. Jachten en sleepboten varen er op eigen kracht doorheen, zeeschepen worden door locomotieven voortbewogen, aan iedere kant 4 stuks. Vaak is er in de 31 meter brede sluis aan weerskanten maar enkele decimeters ruimte. Het (zoete) water dat voor de schuttingen nodig is komt uit het kunstmatige Gatun meer. Het regenwoud aan weerszijden van het kanaal wordt zorgvuldig in ere gehouden, het is verantwoordelijk voor de aanvoer van het benodigde water.
In ruim anderhalf uur waren de drie schuttingen achter de rug, onvoorstelbaar snel aangezien ook dat zeeschip steeds meegesleept moet worden. Na een kort stukje varen werden de advisors van boord gehaald en konden we de nacht op het Gatun meer doorbrengen.
De volgende ochtend werden de advisors (ditmaal 2 man sterk) al om 6.30 afgezet. Dat was weliswaar zo aangekondigd, maar door ons met een korrel zout genomen, dus we lagen nog op een oor. Binnen een paar minuten waren alle hens aan dek en begonnen we aan de tocht van 25 mijl over het Gatun meer. We voeren zeer langzaam, omdat “ons” zeeschip (een meer dan 200 meter lange LPG tanker) vertraging had opgelopen door een ongeluk eerder die dag bij de Gatun sluizen. Zeilen mag niet, maar stationair op de motor met wind op de kont gingen we met zo’n 3 knopen naar het zuiden. Het was behoorlijk warm en vochtig. We hadden leuke gesprekken met de advisor en zijn assistent over het Kanaal, Panama en de rest van de wereld. Pedro, de ingehuurde linehandler bracht de dag vooral slapend en bellend door. Monique maakte een fantastische curry voor de 7 opvarenden en zij werd door de advisor de hemel ingeprezen.
In tegenstelling tot de Gatun sluizen (3 aan elkaar vast in één complex) gaat het schutten omlaag naar de Pacific in 2 stappen. Eerst de Pedro Miguel sluis (9 meter omlaag) en na een mijl varen de Miraflores sluizen (2 x 9 meter omlaag in een complex). Ditmaal zouden we op de klassieke manier schutten, 3 jachten zijdelings aan elkaar vast, in het midden van de sluis. Bij het schutten omlaag gaan de jachten eerst de sluis in, gevolgd door het zeeschip. Al voor het invaren van de sluis maken de jachten aan elkaar vast en ze blijven aan elkaar tot na de laatste sluis. Met 3 kapteins, en op ieder schip een “advisor”, valt het niet mee om dat in goede banen te leiden. In principe is het middelste schip leidend, in ons geval een catamaran met een zeer eigenwijze Poolse kapitein, die de aanwijzingen van de advisor maar traag en met tegenzin opvolgde. Sturen binnen en tussen de sluizen gebeurt vooral door de motoren van de buitenste schepen. Eenmaal op de plek binnen de sluis wordt het pakketje jachten op zijn plaats gehouden door 4 lijnen vanaf de buitenste schepen naar de wanden van de sluis. De linehandlers aan boord vieren de lijnen geleidelijk als het water zakt. Doordat het zeeschip nu niet voor, maar achter je ligt, heb je voortdurend een prachtig zicht op de Pacific voor je.
Vooral de Miraflores sluizen, de laatste tweemaal 9 meter waren enerverend. Door de combinatie van instromend zout water, de wind van achteren en de stuwing van het zeeschip achter je ontstaat er een stroom mee van 3 tot 4 knopen. Het viel daardoor niet mee om gecontroleerd de laatste sluis in en uit te varen en om na de laatste sluis de 3 jachten gecontroleerd te ontkoppelen. Maar alles lukte en met de complimenten van de advisor voor schip, handling en catering voeren we apetrots de Pacific op. Bij het vallen van de avond werden de advisors door de loodsboot opgepikt en konden we Pedro en de autobanden droppen. In het donker lieten we het anker vallen bij PanamaCity en konden we met zijn vieren aan de champagne, een heel bijzondere ervaring rijker.
Hierbij de foto’s van onze doorvaart door het Panama kanaal en de foto’s van de stad