Woensdag 16 april 2014: aanvankelijk een saaie dag. Vanaf half vier ‘s nachts tot elf uur in de ochtend hebben we hoog aan de wind kunnen zeilen, drie tot vier knopen door het water, maar helaas, die tegenstroom nog altijd. Deze lijkt alsmaar sterker te worden en is rond elf uur zo’n twee knopen sterk. We zetten de motor aan om toch wat meer voortgang te boeken en deze gaat niet meer uit tot half elf ‘s avonds. We balen van deze onverwachte tegenstroom en slaan er nogmaals de atlassen op na. Overal staat dat er juist een knoop stroom mee kan worden verwacht in dit gebied, we staan voor een raadsel. We bedenken een tactiek om hiermee om te gaan. Weinig wind, dat hadden we verwacht. Een paar dagen windstil dobberen, okee. Maar dit? Als we op windstille dagen niets doen, worden we terug naar Panama gezet! We kiezen ervoor om pal naar het westen te varen, in plaats van naar het zuiden, wat overal wordt geadviseerd. We hopen de stroom kwijt te raken als we verder uit de kust vandaan zijn. Pieter stuurt een mail met vraag om advies aan een zeilerskoppel wat er nu al zou moeten zijn. Zij reageren meteen en sturen een tip mee, hoe we stroomgegevens kunnen downloaden via de ssb. Dat lukt, en jee, wat verhelderend! Onze keus westwaarts te gaan is een goede, verder naar het zuiden alleen maar meer stroom tegen, zeker om van daaruit westwaarts naar de Galapagos te gaan. Wat zijn de omstandigheden dan anders momenteel dan overal beschreven staat. Zou dit een van de effecten zijn van El Ni–o? We hebben de laatste tijd veel gehoord en gelezen dat het weleens een El Ni–o jaar kan zijn, veroorzaakt door een warme watermassa in de oostelijke Pacific in tegenstelling tot de gebruikelijke koude massa, waardoor allerlei andere weersystemen kunnen worden verwacht, wereldwijd. Voor ons betekent dat weinig kans op een goede passaatwind en heel licht weer. Nou, we gaan het wel beleven.
De nare golven uit het zuiden verdwijnen langzaam waardoor het leven aan boord prettiger wordt. Voor de buikspieren was het gisteren een rustdag, maar vandaag moeten we er weer aan geloven volgens het schema dat we van Merel kregen, en het blijkt een uitdaging te zijn op een varend schip op het voordek, maar het lukt. Verder lezen we wat, we lunchen Marokkaans en Pieter rommelt met de computer.
Aan het eind van de middag zien we veel dolfijnen in de verte en moeten hardop lachen om de gekke hoge sprongen en complete salto’s die ze maken, wat zijn het toch blije beesten.
Het beste nieuws is, dat de tegenstroom in de loop van de dag fors verminderd is, en om half elf ‘s avonds gaat de motor uit, we zeilen nu voor het eerst echt, 6 knopen door het water, wat een heerlijk gevoel, al is het aan de wind .
Donderdag 17 april: Joost is jarig, gefeliciteerd! We hebben de hele nacht kunnen zeilen en zijn goed opgeschoten. Even een spannend gevoel toen we ineens in de duisternis voor ons de enorm hoge rots van het Colombiaanse eiland Malpelo boven water zagen uitsteken, een paar mijl verderop dan waar we hem volgens de elektronische kaart zouden mogen verwachten. De dag begon zonnig, maar gestaag vormde zich een steeds dikker wordend grijs wolkendek. Rond twee uur ‘s middags leek de wind ineens weg te vallen, wat volgens de weersverwachting ook stond te gebeuren. Snel ontreven we het grootzeil om de laatste wind zo goed mogelijk te gebruiken en terwijl we daarmee bezig zijn, begint het voorzichtig te regenen. Binnen een minuut scheurt de hemel open en het begint toch ongelooflijk hard te regenen! Dat hadden we helemaal niet verwacht. De hemel was zo egaal donkergrijs, nergens zagen we een front aankomen, we hadden gewoon niet door dat we al helemaal omsingeld waren. Dikke regen, harde regen, gestage regen en dat drie en half uur achtereen. Prachtig om te zien, beschut door ons zonnetentje, dat prima als regenscherm functioneert. De golven werden helemaal platgeslagen door de regen. En het goede nieuws was, dat de wind bleef waaien. We konden dus blijven zeilen met 4 knopen snelheid en de zeilen en de boot werden gratis gewassen. Na het waterballet trok de wind weer aan en voer de boot met 6 knopen hoog aan de wind de nacht in. Inmiddels zitten we aardig in het ritme van ons drie uur op-drie uur af dienstenschema. Het slapen op de hartige pasta-maaltijd gaat prima, zeker met oordoppen in, want de boot maakt enorme klappen op de golven bij deze koers. De hemel is helemaal opengetrokken en ik zie de melkweg weer op z’n mooist, niet gestoord door welke lichtvervuiling dan ook. Toch is het fijn wanneer de maan weer opkomt, zodat je kan uitkijken over de onmetelijke zee. Geen dag is hetzelfde tot nu toe en we prijzen ons rijk met de onverwachte wind die we hebben en het feit dat de stroom geen grote tegenstander meer is.
Vrijdag 18 april: Ruud is jarig, 70 jaar, gefeliciteerd pap! Wat is het toch een cadeau dat we heel de nacht stevig hebben kunnen doorzeilen. Zo zie je maar, de windverwachtingen kloppen voor geen meter. We zijn inmiddels ruim over de helft van de afstand en nog maar drie breedtegraden te gaan voor we Neptunus gaan ontmoeten. De dag glijdt gemoedelijk voorbij, blauwe hemel met wat witte wolken en een lekker windje. ‘s Middags eten we een variant op Mieke’s Mexicaanse bonenschotel wat lekker stevig op de maag ligt, zodat we ‘s avonds genoegen nemen met een bakje zelfgemaakte yoghurt met rijpe banaan, walnoten en honing. Tot half zes kunnen we zeilen, de laatste uren onder gennaker, en dan valt de wind weg. Met de motor zachtjes aan, drinken we een glaasje wijn als sundowner waarmee we proosten op de verjaardagen van Joost, Ruud, Brigitte en Toos. Om half negen die avond trekt de wind weer aan en kan de motor uit. Heel de nacht zeker 15 knopen wind, super zeilen dus met een knik in de schoot 6 knopen gemiddeld onder gereefd tuig, terwijl er voor vannacht windstilte werd voorspeld! Bij dageraad van 19 april nog maar 315 mijl te gaan.