Daar varen we dan. We zijn onderweg naar de Carieb. Mindelo ligt al weer meer dan 200 mijl achter ons. Het weer is rustig, we varen niet snel, maar we hebben de tijd. We zijn niet gespannen, vinden het niet eng, we hebben er gewoon zin in. De erste mahi-mahi is al weer gevangen. Gisteravond aten we hem rauw als sashimi, vandaag zat hij in een vistajine en morgen mahi-mahi tandoori. Ja, met 2,5 kilo mocht ook deze er wezen!
We brachten precies in week door in Mindelo op het eiland Sao Vincente. Het is de tweede stad van de Kaap Verden, na Praia op het eiland Santiago. Mindelo heeft een grote commerciële haven en een grote ankerbaai voor alle vertrekkende zeilers. Sinds enkele jaren is er ook een jachthaven.
Zeilers die naar de Carieb oversteken hebben 2 mogelijkheden. Of rechtstreeks vanaf de Canarische eilanden, of met een tussenstop op de Kaap Verden (Mindelo). Wij hadden meerdere redenen om voor dat laatste te kiezen. De Kaap Verden zijn het bezoeken meer dan waard en een andere reden is dat er eind november zo’n 200 boten vanaf Gran Canaria in rally-verband naar de Carieb varen. Daar willen we liever niet tussen zitten. Nou, dat pakte even anders uit. Door gebrek aan wind en door tegenwind kwamen uiteindelijk toch enkele tientallen van die schepen terecht in Mindelo, vooral om diesel en water te tanken. De marina was overvol. We hebben ons er weinig van aangetrokken. Inmiddels zijn de meesten weer vertrokken. Door het gekke weer zal in ieder geval een deel van hen de afsluitende party op Santa Lucia missen.
De eerste dagen in Mindelo hebben we vooral aan het schip besteed. Poetsen van de romp en van al het RVS, vooral ook als bescherming tegen zout en UV. De motor nalopen, de watermaker gecontroleerd. Na een nacht in de marina zijn we weer voor anker gegaan, dat ligt veel rustiger. Iedere dag varen we wel een keer naar de kant. Je kunt je bijbootje aan de drijvende bar/restaurant van de marina leggen. Dat is primitiever dan het klinkt, maar het is een leuke plek om andere zeilers te ontmoeten. Zo loop ik ineens tegen Martin aan, met wie ik jaren geleden een dieselcursus volgde, ons beider plannen nog erg pril. Ik wist dat hij met Suzan ook onderweg was, maar we komen ze nu pas voor het eerst tegen. Dindsdagochtend werden we verrast door Edith en Renzo (van de trimaran Equinox) om samen met hen en een koppel Fransen (van een catamaran) het eiland te gaan verkennen. Een half uur later stonden we op de kant en vervolgens hebben we met een busje een deel van het eiland (Sao Vincente) rondgetoerd. We bezochten twee prachtige baaien, een vissersdorpje en gingen de Monte Verde op, vanwaar we over het eiland, over Mindelo en onze ankerbaai konden uitkijken. Helaas zat de top in de mist. We wisten al dat San Antao, het buureiland, het mooiste en groenste eiland van de Kaap Verden is. De bemanningen van de Feeks, de Makaio en Equinox hadden het al bezocht voordat wij aankwamen in Mindelo en ook zij waren zeer enthousiast. Omdat het oversteekweer nog steeds op zich liet wachten kochten we ‘s avonds kaartjes voor de ferry van de volgende ochtend. We kochten ook een kaartje voor Gaby (de solozeiler uit Medemblik), die inmiddels ook in Mindelo was aangekomen. Hij moest even schakelen toen hij ‘s avonds hoorde dat hij de volgende ochtend om 6.30 door ons opgehaald zou worden. We waren mooi op tijd bij de ferry en na een uur varen stapten we uit. De kade stond daar al vol met busjes en vrachtwagens vol groente en fruit met bestemming Mindelo. Komend uit de terminal werden we meteen belaagd door tientallen chauffeurs, die je graag met hun busje naar de oude vulkaankrater willen brengen, een van de bezienswaardigheden van het eiland. Wij hadden echter een ander plan, op advies van het franse koppel, een rit over de oude weg naar de noordkant van het eiland. Je komt dan eerst ook langs die krater, maar daarna komt het mooiste, een overweldigende rit over een rotskam, met uitzicht over de dalen aan beide kanten. Met dit plan en een prijs in gedachten koos Monique een leuke Kaapverdiaan uit en binnen no time was het geregeld, voor de prijs die we wilden. We beginnen het te leren. Eenmaal in zijn busje probeerde de chauffeur ons nog te verleiden tot een relatief dure uitbreiding van het plan, maar ook dat werd door Monique resoluut opgelost. Uiteindelijk heeft hij ons naar alle plekken gebracht die we wilden, voor een zeer redelijke prijs. Als troost ging Monique vooraan bij hem in het busje zitten. Hij sprak goed Frans en kon ons veel vertellen over het eiland en zijn bewoners. De weg die we reden is in de zestiger jaren speciaal aangelegd om groenten en fruit van het vruchtbare noorden van het eiland naar het zuiden te brengen. Daar werd een haven aangelegd om alles naar Mindelo te kunnen verschepen. Nu is Porto Novo de belangrijkste stad van het eiland, al is Ribeira Grande in het noorden nog wel de hoofdstad.
De rit naar het noorden was inderdaad spectaculair. Eerst reden we boven de oude vulkaankrater langs. Binnenin de krater is het land zeer vruchtbaar en al het land wordt intensief bebouwd. Verder zie je op alle hellingen terrassen met mais, suikerriet, en allerlei groenten en fruit. Vanaf de bergweg, die over een rotsgraad voert, kijk je prachtig uit over de valleien.
Na honderd haarspeldbochten eindigt de weg in Ribeira Grande, waar we met moeite een cafeetje vonden om iets te drinken. Daarna maakten we nog een lange wandeling bergaf in een van de vruchtbare valleien. De chauffeur zette ons ruim op tijd weer af n Porto Novo, zodat Monique nog tijd had om enkele van de plaatselijke supermarktjes in te gaan om haar kruidenarsenaal aan te vullen. Dat is overigens een bijzonder verschijnsel op de Kaap Verden, ieder stadje heeft tientallen kleine supermarktjes, vaak meerdere in iedere straat. Het assortiment is steeds iets anders en de prijzen ook. Het lijkt ons niet heel efficient.
Als je zo een week in zo’n Afrikaanse stad verblijft, door de straten slentert, boodschappen doet op de markt, leert om te gaan met de bedelaars en de Senegalese zonnebrillen- en T-shirtverkopers, dan ga je je steeds meer op je gemak voelen. Het lijkt alsof je er een beetje bij hoort. Heel anders dan de drommen witgepette en witgesokte toeristen die van een net afgemeerd cruisschip stromen.
Iedere dag keken we gebiologeerd naar de gribfiles en weersverwachtingen. Maar hoe we ook keken, de verwachte passaatwinden bleven uit. In plaats van een hoge druk gebied bij de Azoren zit er een hardnekkig laag. De ARC-boten vanaf de Canarische eilanden drijven op de oceaan en op de Canarisch eilnden valt sneeuw op de bergen. Het weer is helemaal van slag. We zien desondanks steeds boten vertrekken richting Carieb, niet omdat zij het wel zien zitten, maar omdat de schipper of zijn tijdelijke oversteekbemanning een afspraak aan gene zijde heeft of een vlucht moet halen. Dat soort druk wil je tijdens de oversteek natuurlijk helemaal niet hebben, maar voor een aantal schepen is de grote marge die ze dachten te hebben op. Ze slaan daarom maar extra diesel in en rekenen op 7 dagen motoren. Gelukkig hebben wij onze handen vrij, we kunnen er zo lang over doen als we willen. Aan de andere kant zouden we er met Kerst toch graag zijn, we hebben toch al niet zo heel veel tijd in de Carieb beschikbaar (we moeten in maart door het Panamakanaal) en Mindelo hebben we na een week wel zo’n beetje gezien.
Woensdagavond, na ons bezoek aan San Antao tonen de gribfiles weinig goeds. Meerdere windstille dagen. Pas een week later is er wind aan de horizon. We wikken en wegen en besluiten dan maar en week te wachten. We voelen ons opgelucht en staan achter onze keus. Wel heel jammer, want een aantal plannen voor de Carieb, waaronder een bezoekje van Merel en Adriaan, staan daarmee op losse schroeven. Vrijdagochtend worden de nieuwste gribfiles bestudeerd. Ook de beloofde wind over een week is nu niet meer in de voorspelling te zien. Dat wordt te gek. Binnen een uur hebben we besloten alsnog te vertrekken. Ik ga uitklaren en Monique doet de laatste boodschappen. We maken het schip klaar, en nemen wat gehaast afscheid van een aantal medezeilers, waarvan we een deel voorlopig niet meer tegenkomen. Ook onze vriend Gaby zien we voorlopig niet meer. We blijven hem natuurlijk volgen en we kunnen zijn website (www.sabbatical-sailing.com) van harte aanbevelen. Aan het eind van de middag halen we het anker op, gooien de watertank nog vol in de marina en varen we Mindelo uit. Het voelt niet eens heel bijzonder. Wij en het schip zijn er klaar voor. Het moment is niet ideaal, maar we staan achter onze beslissing.
Buiten staat er meteen windkracht 6 ten gevolge van versnelling van de wind tussen de eilanden. Ook de stroming wordt versneld en zo spuiten we met 9 knopen van de Kaap Verden vandaan. We pakken onze taken op en de diensten worden verdeeld. We realiseren ons maar nauwelijks dat we aan onze eerste oceaanoversteek begonnen zijn.
De nacht valt. We hebben een heerlijke bakstagwind en we varen 6-7 knopen. ‘s Nachts valt de wind onverwachts weg. Dat stond niet in de gribfiles! We balen, de zee is zeer onrustig, we zijn een half uur druk met het weghalen van de uitgeboomde genua en maken alles klaar voor motorzeilen, en dan is de wind er ineens weer. We zaten gewoon in de windschaduw van een van de eilanden, tussen twee versnellingszones in. Met veel plezier brengen we de zeilen weer in stelling. Later die dag vangen we de mahi-mahi. Monique verkneukelt zich bij de gedachte welke bijzondere gerechten ze er dit keer van kan maken. Voor de marokkaanse vistajine heeft ze alle groenten en specerijen aan boord. Dat is geen toeval, ons schip is ruim voorzien van alle ingredienten voor de Marokkaanse, Indiase en Thaise keuken. Wat boft deze schipper met zo’n multigetalenteerde stuurvrouw.
Nu twee dagen later zitten we in de windstilte. We verwachten anderhalve dag te moeten motoren, maar de passaat lijkt daarna toch echt te gaan waaien.
Klik hier voor de foto’s van de Kaap Verden, deel 2