30 juni – 20 juli 2007
Als de voorraden aan boord zijn en we ons afgemeld hebben voor drie weken, vertrekken we de laatste dag van juni naar Makkum. Even inkomen op het IJsselmeer, in de haven van Makkum een barmaaltijd en vroeg naar bed.
We vertrekken zondag 1 juli, precies om 12 uur varen we de sluis uit bij Kornwerderzand en gaan het wad op, nog even een spannend uurtje via een ondiepe route (180 cm) en dan spoelen we Vlieland voorbij, de Noordzee op waar het meteen wild en ruig te keer gaat. Even tevoren zaten we nog in korte broek, voor de wind, niets aan de hand, een kwartier later hadden we handen te kort in enorme golfslag en toenemende wind. Volgende keer de Noordzee niet meer onderschatten.
De eerste 24 uur moeten we even in het ritme komen, daarna gaat het prima. We hebben een mooie overtocht, droog, met wisselende bewolking, eenmaal een grandioze sunrise en sunset, over het gemiddelde een zuid tot zuidwesten wind, rollen dus, grootzeil met bulletalie gezekerd en de fok grotendeels uitgeboomd.
Het grootste kado waren de 5 dolfijnen die ruim een half uur met de boot meezwommen en voor de boeg uitsprongen, geweldig!
Al met al viel de tocht zo mee; we hadden op drie volle etmalen gerekend, maar we waren er al na 54 uur, 1 nacht minder op zee, 344 zeemijl afgelegd. Tijdens het laatste deel van de tocht was het zicht zo slecht, dat we 10 mijl van de kust verwijderd Noorwegen nog steeds niet zagen liggen. Maar uiteindelijk verschenen de eerste rotsen, welkom in Noorwegen. Met hulp van onze plotter was er geen enkel probleem om de haven van Mandal in te varen, waar we prima kwamen te liggen om lekker even bij te komen, in stromende regen weliswaar.
Een groot deel van de overtocht voeren we op met een ander zeilschip, waardoor we ons wat minder alleen voelden. Het schip bleek ook in Mandal te liggen en de eigenaren kwamen zich de dag erna voorstellen: Jan en Marleen, met twee van hun drie zonen, Wout en Gijs, wonende in Middelburg en al voor de twaalfde keer op een rij op vakantie in Noorwegen met eigen boot.
We waren niet zo geradbraakt als na onze eerste nachtelijke oversteek naar Whitby, vandaar dat we die dag al meteen in the mood waren om te gaan golfen op een 9 holes baan, prima bereikbaar met onze vouwfietsjes. In de namiddag nog wat inkopen gedaan en daarna even langs de Zeeuwse familie voor wat leuke tips over de streek. Ze vroegen of we die avond meegingen naar een baaitje vlakbij en voor we het wisten lagen we voor anker in een soort lagoon. De komende tien dagen zouden we met hen optrekken, op vrijdag de dertiende namen we pas weer afscheid van de familie. Veel van hen geleerd!
De dag erna gaan we nog even langs Mandal om wat visgerei te kopen en later komen we weer samen en een U-vormige baai, waar op onze steiger een Noor in een minitentje ligt, naast een motorbootje met enorme motor erachter. We roken de eerste makrelen.
Die nacht regent het enorm hard, onafgebroken, arme Noor.
De volgende ochtend vinden we een noordzeekrab in de fuik, die uiteindelijk weer wordt vrijgelaten; te veel te eten aan boord om ruimte te maken voor een krabcocktail op t menu.
Iets te nonchalant varen we weg uit de baai en terwijl we nog een foto maken van onze overnachtingsplek, varen we bovenop een rotspunt die anderhalve meter onder het wateroppervlak lag, klabahhhmmm, wat een klap! Er lijkt geen ernstige schade te zijn, ieder geval een deuk in de kiel, maar dat zien we in de winter wel. Wel een goede les, altijd alert zijn in de Noorse wateren en voor vertrek goed de kaart bestuderen! We zijn het duidelijk nog niet gewend. De bodem is hier zo grillig, het ene moment geeft de dieptemeter nog ruim 80 meter aan, als het überhaupt meetbaar is, het volgende moment minder dan tien…. Je kunt vlak langs de rotsen varen die steil vanuit de diepte oprijzen. Indrukwekkende natuur. Later meren we aan in de “koningsbaai”, gaan tevergeefs een uur vissen op kabeljauw vanuit ons rubbertje en we borrelen met Jan&Marleen tot diep in de nacht.
Na de inmiddels gebruikelijke ochtendregen droogt het op en wordt het tijd voor een verkenningstocht op het eiland. Maar….plots glijdt Pieter uit en valt van de boot, met z’n buik op de steiger. Pijn in z’n linker pols en rechter schouder, maar het lijkt mee te vallen. De pijn in de pols neemt alleen maar toe ondanks het drukverband en als we een paar dagen later aan vaste wal komen, gaan we per taxi toch maar naar het ziekenhuis, op advies van de huisarts. Bijzondere ervaring, om die huisarts bezig te zien. Ze heeft de pols niet onderzocht, is een kwartier lang alleen maar bezig geweest allerlei formulieren in te vullen, namelijk de rekening, een taxi-aanvraag-biljet en de radiologie-aanvraag, waarop stond: graag een foto van de rechter pols. Tja….. Helaas toch een scheurtje in de radius, maar wel een greenstickje, jeugdig als Pieter is. Beleid: drie weken een gipsspalk, oeioei, niet ideaal aan boord. Maar nu had Pieter ieder geval wel het ideale excuus om niet mee te kunnen gaan zwemmen!
De volgende dag regent het alsmaar en we nestelen ons gezellig binnenboord, waar Monique al een begin maakt met het HEMA-fotoboek. Tegen zessen klaart het op en varen we naar Stokken, een eilandje net onder Kristiansand, waar het campingdruk is, de bootjes liggen zij aan zij. De Noren ontmoeten elkaar op de steigers waar ze tot diep in de nacht blijven zitten praten. We blijven twee dagen liggen, mede door een zeer stevige wind en we liggen er behoorlijk beschut. Daarna weer een stuk hogerop varen, door de zogenaamde Blind Leia, een doortocht tussen vaste land en tientallen eilandjes, met overal kleine rode houten huisjes, steigertjes en boten. We proberen door een kreek te varen, maar het blijkt te ondiep. We moeten omkeren en bij het uitvaren schuurt de onderkant weer over de rotsen, hartstikke spannend! Als we uiteindelijk vastleggen aan de Lutine, blijken we een supermooi stekje te hebben veroverd. Die avond bbq-en met z’n zessen in onze kuip, heerlijke koteletten en entrecote op de bbq, salades, aardappels, helemaal goed. Die avond stoken we een vuurtje, smelten we marshmallows en zitten we tot laat te borrelen, kletsen, n avond met een gouden randje.
De dag erna dus naar Lillesand van waar uit we naar het ziekenhuis gaan, al met al een leuk uitje, 40 minuten per taxi door het binnenland, mooie natuur. Weer terug drinken we ons eerste biertje, proost, op de komende tijd ondanks de gipsspalk!
De accu’s zijn inmiddels geladen, het water bijgevuld en weg weer, die avond liggen we weer zij aan zij met de Lutine in een kloof vlakbij. Monique gaat samen met Gijs en Wout uit vissen, de aanhouder wint, maar nog niet die avond. De volgende dag is het stralend weer, voor het eerst een rokjes-dag. We poetsen de boot en schrobben het dek, gaan in de kloof op jacht naar krukels, die als aas dienen. We varen verder en overnachten vlak bij Grimstad. Die avond eten we met z’n allen een Marokkaanse visschotel, want de Lutiners hadden twee makrelen en drie kleine kabeljauwen aan hun paternoster. Wat visjes van ons erbij, en klaar. Ook maken we later op de avond een fles Armagnac soldaat met z’n vieren. Gezellig hoor, zo met een andere familie optrekken!
Weer een dag later vaart de Lutine naar Arendal en wij blijven lekker prutsen aan boord. In de namiddag varen we naar een baai boven Arendal. We leggen precies daar aan waar een mosselbank groeit. Die avond eten we een royaal maal van de grootste en lekkerste mosselen ooit…. Wat is het leven dan mooi, zo dicht bij de natuur!
Vrijdag de dertiende juli, we blijken losgeslagen van ons anker en moeten snel in actie komen. Bij het opnieuw aanvaren valt Monique op de rotsen en haalt haar been open. Het anker houdt weer niet en we gaan maar voor anker ergens midden in de stroom. De bijboot schiet los en Monique springt erachteraan, in water van 16 graden vol met kwallen! Held! Even later komen we in Arendal, waar we voor het laatst koffie drinken aan boord van de Lutine, een bak mosselen achter laten en afscheid nemen van de Zeeuwse familie. Nu moeten we het helemaal alleen doen, en dat valt niet mee! Aanmeren in Noorwegen, met het hekanker uit en met ‘t neusje naar de wal, is een hele nieuwe eraring voor ons, wat niet altijd even makkelijk gaat. Ons anker houdt het lang niet altijd tot onze ergernis. Die eerste avond vinden we een prachtplek vlak bij Grimstad, met prachtige avondluchten vol oranje en roze. Avondrood, water in de sloot, en niet zo’n klein beetje, nee, bakken vol, gestage harde regen, die alsmaar toe lijkt te nemen. In die stromende regen varen we stug door naar Grimstad, tanken rode diesel en leggen doorweekt aan in de haven. We lopen een rondje, kopen wat eten, maar verder is alles er nat en uitgestorven. Later die avond hebben we behoorlijk wat moeite om goed te ankeren in een baai die we al kenden van eerder. Uiteindelijk liggen we en dankzij dwarslijnen en stootwillen bij de punt hebben we geen schade als we ’s ochtends weer van ons anker zijn afgeslagen. Uiteindelijk hangen we ons vooranker achterop, en dan gaat het goed als we het nogmaals proberen op een ander plekje. Die dag prachtig weer en we besluiten er te blijven. Beetje vissen, poetsen, Pieter in onderdeks met elektriciteitsdraadjes bezig, heerlijk. Die avond, als de zon achter de rotsen verdwijnt, varen we met de bijboot, hapjes en een fles bubbels naar de overzijde waar we nog een uur lang nagenieten in de zon.
Maandag 16 juli zeilen we een groot deel van de dag, van 11 tot 18 uur. Monique vangt drie gepen, de grootste is 75 cm!! Die avond een geweldig mooie baai gevonden waar we op de kant de vis roken en genieten van een heerlijke avond.
Dinsdag naar Mandal, aan de walstroom, laatste boodschappen. Door regenval veel binnenboord, laatste hand gelegd aan het fotoboek, tocht voorbereiden en mooie avondwandeling naar uitzichtspunt hoog boven de stad. Vroeg naar bed en om 6 uur de wekker: spannend, de terugtocht gaat beginnen. De zuidwestenwind draait begin van de middag naar noordwest, morgen naar noord, vrijdag noordoost en dan komt er een enorme depressie over Nederland richting het noorden volgens de gripfiles. Pieter vindt het spannend, zit al dagen naar de gripfiles te kijken. We moeten zorgen voor die depressie weer thuis te zijn.
Tegen half acht varen we weg. De eerste uren op ‘t Skagerak zijn wild, ruige zee, veel wind, werkfok en 1e rif, 7 knopen beaufort. Dan ruimt de wind inderdaad zoals voorspeld en langzaam wordt de zee rustiger. We houden het droog onder de grijze hemel. Donderdag warempel zon, strakblauwe lucht, bruine koppen dus. We drinken het laatste glas rosé bij de lunch en geloof het of niet…… onze boot is alcoholvrij! Geen druppel meer aan boord behalve de spiritus. En de fles champagne in de koelkast om straks de veilige aankomst te vieren. Volgende keer laten we dit niet meer gebeuren, dan stoppen we wijn in all hoeken en gaten: geen enkele controle gehad en Marleen en Jan slechts 1 keer in al die twaalf jaren!
In verband met het overlijden van onze stuurautomaat, sturen we heel de tocht op de hand, wat wel vermoeiend is, maar ook oh zo romantisch als je midden in de maanloze nacht navigeert op de sterren. De wind valt helemaal weg en we motoren van 17 tot 6 uur. Dan steken we zonder problemen de shippinglanes over, de wind is inmiddels flink aangetrokken. Land in zicht!!! We naderen Terschelling en Vlieland. Met klein stukje rolfok en eerste rif naderen we met een nieuw snelheidsrecord: met 10.1 knopen surfen we van de golven af, WAUW!! Noordoosten wind terwijl we pal oost het Stortemelk invaren, dat betekent veel zeeën en buiswater over Pieter heen, wat een nattigheid. We zijn er bijna, maar al met al is het een enorm pittige tocht naar Harlingen. We besluiten direct door te varen, ondanks de waarschuwing van naderend zwaar weer. Het regent gestaag maar Medemblik trekt! Als we na behoorlijke inspanning veilig stilliggen in de Lorenzsluizen bij windkracht 6, krijgen we nota bene een douanecontrole: mannen keurig in pak, met de stropdas horizontaal door de wind, die vragen om de belastingspapieren van de boot… zijn ze helemaal gek geworden! We hadden onze handenvol aan het reeds dalende water in de sluis. Maar goed, uiteindelijk toch het gewenste stukje papier gevonden. Blijf voortaan thuis met dit weer, of help een handje mee bij het aanleggen. Maar goed, om 18.10 uur liggen we stil in onze eigen jachthaven, niet in onze eigen box, die is nog bezet. 58,5 uur onderweg geweest, prima tocht gehad, geen dolfijnen deze keer. Boot heerlijk afspuiten met zoet water en dan aan de champagne!
Noorwegen, een geweldige bestemming, gaan we zeker naar terug.