Monique vertelt: Op 11 juni varen we weg van Hiva Oa en gaan naar een beschutte baai van het eiland Tahuata, slechts 12 mijl varen. Het blijkt een prachtige baai te zijn, met wit zandstrand en talloze palmen en inderdaad totaal geen swell. Er liggen ongeveer tien boten voor anker. We blijven uiteindelijk 5 dagen in deze baai liggen. Hoe raar het ook klinkt, maar hier pas worden we overvallen door een enorm vakantiegevoel. De grootste reden daarvoor is dat we hier eindelijk weer kunnen zwemmen in prachtig helder en blauw water. We zwemmen en snorkelen dan ook zeker drie keer per dag. De laatste keer dat we zo heerlijk hebben gezwommen was op de San Blas eilanden, begin maart! We hebben een mooi uitzicht, het is zonnig met een lekker windje, zwemmen dus veel, GOPR0328 - versie 2allerlei sociale contacten. We komen nu pas echt tot rust, voor het eerst sinds het volbrengen van de oversteek. Niet zo raar eigenlijk, vanaf het moment dat we op Fatu Hiva aankwamen zijn we zo overvallen geweest door de nieuwe wereld, de indrukwekkende natuur, de sociale zeilersgemeenschap. We wilden alles zien en meemaken en ons weer lekker onder de mensen begeven. En dan natuurlijk het bezoek aan het graf van Brel, wat grote indruk maakte. Nu pas, in deze relaxde dagen in deze baai, valt alles een beetje op z’n plek, geven we onszelf de kans de indrukken te laten neerdalen. Wauw, we zijn echt op de Markiezen, bijna aan de andere kant van de wereld, met elf en half uur tijdsverschil met Nederland!

Het mooiste hier is het zwemmen met de manta rays, prachtige grote zwart-witte roggen, sommige wel met een spanwijdte van vier meter. Soms zwemmen ze met zes tegelijk om ons heen, een enkele keer raakt een vleugel ons zelfs aan. Indrukwekkend!!

Gezellig zijn de twee sundowner parties op het strand, waar alle zeilers rond een uur of 4 naar toe komen. Zo leren we elkaar wat beter kennen. En wat zijn er toch veel aardige en behulpzame mensen bij. Aan de wal in deze baai wonen twee mannen in een hut. Je ziet ze soms bezig bij hun vuren, soms delen ze wat fruit aan ons uit. Als ik een praatje met ze maak en vertel dat we uit Nederland komen, roepen ze meteen enthousiast dat wij gisteren van Spanje gewonnen hebben! Ik ben totaal verbaasd. Wij weten dat zelf pas een paar uur, hoe kunnen die mensen dat hier in deze hut nou weten? Blijkbaar is heel de wereld betrokken bij de WK, het is natuurlijk ook gesprek van de dag bij de zeilers onderling. Wat een leuk fenomeen om te vermelden is, is de levendige ruilhandel onderling. Een schip ging even voor twee dagen op en neer naar Hiva Oa en nam voor drie boten, waaronder wij, een P1010417vers stokbrood mee. Dat betaalden we dan met een mango en een grapefruit, anderen gaven bier. Een buurman kwam ’s avonds even met zijn dinghy langs, hij moest even komen klagen, want hun baby jankte nu al heel de avond en hij was het zat: of we een pakje sigaretten hadden. Nou, dat hadden we, hij was zo blij als een kind! De volgende dag kwam hij een klein flesje rum brengen als dank. In de daarop volgende dagen ruilden we nog twee pakjes van die vieze staafjes tegen een heerlijke fles Casillero del Diablo, een prachtige sauvignon blanc! Iedereen blij. (Wij zeker, want een fles wijn koop je hier vanaf 20 euro!) Wat ons ook opvalt is dat de zeilers onderling heel vrijgevig zijn. Als je een zak vol limoenen hebt geraapt, deel je die aan de anderen uit. Harddisks met films, luisterboeken en series gaan van boot tot boot. Boeken worden uitgeleend, gekopieerd en weer verspreid. Iedereen nodigt elkaar uit voor koffie of etentjes en de gasten nemen dan zelf wat lekkers, gerechtjes en drank mee. In tegenstelling tot de Carieb is de zeilersgemeenschap hier veel meer op elkaar gericht, omdat er aan land veel minder uitgaansgelegenheden zijn. Dat maakt het leven wat ons betreft veel puurder. We merken dat er echt vriendschappen onderling ontstaan, en zeker als het even wat minder goed gaat, is het zo fijn die vertrouwde gezichten weer te zien!

Op 15 juni lichten we het anker weer en varen een nacht door naar Nuku Hiva, het hoofdeiland van de Markiezen. Ons doel is Anaho-bay aan de noordoost zijde, waarover we mooie verhalen hebben gelezen. Ook Nuka Hiva is weer even indrukwekkend bij het ochtendlicht, steile rotswanden met grillige vormen en allerlei soorten begroeiing. Als we de baai invaren, vertrekt er net een schip met Belgische vlag, dat we nog niet kennen. We zijn nu dus de enigen in die enorme baai, die compleet beschut ligt en adembenemend mooi is qua landschap. Ook hier zwemmen de manta roggen om de boot heen en zien we regelmatig een nieuwsgierige schildpad opduiken. Het koraal is hier sprookjesachtig mooi met bijbehorende vissenwereld. We zien weer zulke andere exemplaren dan in de Carieb. Er is geen weg naar deze baai, de enige manier om er te komen is via water of via een wandelpad over een kleine bergpas heen. Er staan een paar huizen rond de baai en de bewoners zijn allemaal vriendelijk. Als we even een praatje maken met een wat oudere man, vertelt hij opzichter te zijn van een aangelegde publieke tuin, waarin jongeren werken. Door de wind van de afgelopen dagen, zijn vele bananenbomen omgevallen. We mogen zijn mes even lenen  om een grote tros bananen af te snijden die op de grond ligt. “Neem maar mee, wij hebben er toch genoeg van.” We hangen de tros aan de mast en ik tel voor de grap de bananen: 72. Die zullen over een dag of vijf allemaal tegelijk rijp zijn! Nou, kunnen we weer uitdelen.

P1010510We maken de wandeling naar Hatiheu, het nabijgelegen dorp aan de andere kant van de pas. Een steile klim over een smal pad tot aan de pas en dan door een woud van oude mangobomen naar beneden. Hatiheu is een prachtig plaatsje met zelfs een winkeltje en een restaurant, waar we onszelf op een lunch trakteren. Op de terugweg rapen we wel vijf kilo mango’s, 30 limoenen en plukken wat grapefruits. Ook nemen we een kokosnoot mee, waar deze baai vol mee ligt. Inmiddels zijn we niet meer alleen, er zijn drie schepen bijgekomen. Als we met de dinghy langs de eerste boot varen, Franzosen, wordt er meteen hartelijk geroepen en gezegd dat we die avond uitgenodigd zijn om vis te komen eten aan boord van de Sapito, de catamaran die verderop ligt. Dus ook daar even langs: we blijken de vijf Italianen te kennen van een korte ontmoeting op de Galapagos. Ook daar een hartelijk onthaal en bevestiging van de uitnodiging. Die avond zitten we dus met negen man bij hen aan boord en genieten van een carpaccio van mahimahi, een tonijn ceviche en gestoomde mahimahi als hoofdgerecht. Zo vallen we ook van de ene in de andere gezellige avond. Voor het diner zijn we zo’n 40 minuten bezig geweest met de kokosnoot: een hele klus om de enorme taaie buitenschil eraf te krijgen met hulp van hamer, beitel en broodmes, maar uiteindelijk ligt de harde noot klaar om gekraakt te kunnen worden. De volgende dag ga ik naar de kant, gewapend met een tas waarin een pakje sigaretten. Aan de sympathieke vrouw die we daar al vaker zagen, vraag ik of ik de sigaretten kan ruilen tegen een aantal geprepareerde kokosnoten, dus zonder die enorme schil. Ze lacht. Natuurlijk, kom maar mee, hoeveel had je er gewild? Met een juten zak en een sikkel loopt ze even rond, pikt wat kokosnoten van de grond. Dan plant ze een ijzeren staaf met scherpe punt stevig in de grond tegen een stuk hout aan, en in nog geen twee minuten heeft ze de bast van de noot verwijderd! Na een stuk of vier te hebben voorgedaan, mag Pieter er ook een proberen. Nou, die vaardigheid behoeft wat oefening, het lukt hem maar ten dele. Binnen een kwartier heeft ze zeven kokosnoten voor ons klaargemaakt en is blij met de sigaretten. Win-win.

P1010443 Pieter vertelt verder: De Italianen, waar we de vorige avond aten, zijn druk aan het vissen. Gewoon voor de fun, want de vissen in deze baai kun je niet eten omdat ze besmet zijn met ciguatera. Ze nodigen ons weer voor het avondeten uit. Wij nemen een nagerecht mee, een crumble van mango. De Fransen hebben schaaldieren geoogst, het voorgerecht is een saus waarin deze zijn verwerkt. Daarna eten we pasta bolognese. ’s Avonds in bed ligt het eten niet lekker. We worden steeds misselijker en braken even later onze magen leeg. Slapen doen we nauwelijks en we krijgen alle twee waterdunne diarree. We zien ook op de andere 2 boten de lichtjes regelmatig aangaan en horen geluiden van zich ledigende magen. Dat lijkt op een echte voedselvergiftiging. Het zullen toch niet die schaaldieren zijn? Inmiddels beginnen lippen, mond en handen te tintelen en we beginnen te vrezen voor ciguatera. Maar die Fransen en Italianen waren daarop juist zo alert! We duiken dezelfde nacht de boeken nog in, waarin staat dat ciguatera alleen voorkomt na het eten van (roof)vis. Geen woord over risico’s van schelpdieren. We lezen ook dat er geen echte behandeling is, alleen moet uitdroging voorkomen worden. We beginnen meteen veel te drinken, want het loopt er heel dun uit.

Zodra het licht wordt roepen we de Italianen op, ze zijn alle vijf ziek en de twee Fransen ook. Ik bel via de satelliettelefoon met mijn hulplijn in Bronovo om zeker te zijn dat er geen nieuwe inzichten zijn over behandeling. De Fransen hadden de vorige dag nog van enkele locals gehoord dat de schelpdieren gegeten kunnen worden, maar daaraan twijfelen we nu sterk. We hebben echt typische verschijnselen van ciguatera. Toch nog maar even naar de kant. Monique vertrekt, gehuld in een XL-incontinentieluier (zo handig aan boord bij het verwisselen van het oliefilter), en hoort van de kokosnotendame dat alle vissen en schelpdieren in de baai besmet zijn. Verdomme!

De dichtstbijzijnde medische post (met 1 verpleegkundige) is een baai verder, een uurtje varen en de Italianen (enigszins in paniek) en Fransen lichten het anker en gaan daarnaartoe. Twee uur later roepen ze ons op, er is inmiddels een arts gekomen, 5 liggen er aan het infuus en de arts adviseert ons dringend om ons ook even te laten nakijken. Tja, dan varen we toch ook maar die kant op.

Inmiddels zijn het braken en de diarree gestopt, maar we hebben toenemend last van tintelingen in mond en lippen, handen en armen, zwakke spieren en een totaal geradbraakt gevoel.

P1010524Aangekomen bij de “infirmerie” zien we dat die niet is ingesteld op 9 zieken tegelijk. 5 kampen er met uitdrogingsverschijnselen, een hyperventileert van de paniek. Er staan al 2 ambulances klaar. Wij kijken het vanaf een bankje rustig aan. Uiteindelijk gaan de andere 7 allemaal naar het ziekenhuis, waar ze op 1 na allemaal worden opgenomen. Een is er vrij beroerd aan toe, uiteindelijk blijft hij 3 nachten. Nadat de rust is weergekeerd wordt onze bloeddruk nog even gecontroleerd en kunnen we weer terug naar de boot. Er volgen een paar beroerde dagen en vooral nachten. De neurologische verschijnselen zijn uiterst irritant. Tintelingen, een brandend gevoel van de huid en in periodes enorme jeuk, vooral ’s nachts, waardoor we nauwelijks slapen. We voelen ons ook wel een beetje alleen in de baai waaruit inmiddels iedereen weer vertrokken is en waar verder helemaal geen faciliteiten zijn. We varen de volgende dag in de richting van de hoofdstad, Taiohae, en stoppen een baai eerder omdat daar onze vrienden van de Daemon en de Anke-Sophie zijn aangekomen om de eerste verjaardag te vieren van de zeilreis van de laatste. We zijn uitgeput, maar heel blij om weer bij onze vrienden te zijn. De volgende dag varen we door naar de hoofdstad, waar P1010532we dichter bij winkels, een apotheek en het ziekenhuis zijn en waar we weer toegang hebben tot internet. We besluiten daar te blijven tot we ons weer helemaal fit voelen. Een ongeluk komt nooit alleen, dus eigenlijk is het niet gek dat al de eerste avond ons hekanker loskomt en dat er, als we dat in het donker proberen te verhelpen, een lijn in onze schroef komt. Gelukkig lossen we dat de volgende ochtend vlot op.

We ontmoeten de Italianen (4 van de 5) en de Fransen in het internetcafe van de baai. Zij hebben als ontslagdiagnose “ciguatera” gekregen en een dringend dieetadvies: een maand lang geen enkele vis (laat staan schaal- en schelpdieren) en 10 dagen geen dierlijke eiwitten, m.n geen vlees, kip en eieren, en….. voorlopig geen alcohol. Daar schrikken we wel even van. Dat is wel een schaduw over de komende weken, niet meer vissen!

Zelf twijfelen we wel over deze diagnose. We treffen de arts in het ziekenhuis als we onze medezeiler daar bezoeken. Hoe zeker is ze van de diagnose? Ja, eigenlijk weet ze het ook niet, ze werkt hier ook nog maar 4 maanden. Van intercollegiaal overleg of even in de boeken/internet duiken heeft ze blijkbaar nog nooit gehoord. Zelf komen we tot de conclusie dat het waarschijnlijk NSP (neurotoxic shellfish poisoning) is, met “precies dezelfde verschijnselen als ciguatera, overdracht door schelpdieren i.p.v. vissen en een gunstiger beloop”. Vooral dat laatste komt ons goed uit, al lijkt het nu bij ons al wel langer te duren dan bij NSP gebruikelijk is.

Afijn, we kunnen nu alleen maar afwachten, de verschijnselen onderdrukken en goed voor onszelf zorgen. Voorlopig zijn we geheelonthouder en vegetariër. Gelukkig blijkt de pompoen, die we 10 weken geleden in Las Perlas kochten, nog in uitstekende conditie.

De klachten nemen gelukkig al af, al moet de eerste echt goede nacht nog komen. We zijn vol vertrouwen, de verschijnselen horen volledig te verdwijnen. We zullen ons reisschema een beetje moeten aanpassen, maar dat hebben we al zo vaak gedaan. Ik had alleen nooit gedacht dat ik me een jaar na vertrek al weer met neurologie zou bezighouden, en zeker niet op deze manier.

Klik hier voor de link naar de foto’s.

P1010540